Het verhaal

Hier volgt het verslag van de reis van Hanke. Voor een deel door haarzelf uitgewerkt ter voorbereiding van een boek, voor een deel door mij – haar vader – overgenomen uit haar aantekeningen. De stijl is dan anders en ik heb niet geprobeerd het verschil te effenen.

Hieronder lees je het hele verhaal, geschreven per dag. Waarbij het jaar 2019 het vervolg is van het eerste deel in 2013. Voor het volgen van de route per dag is deze pagina aangemaakt. 

2013 - start in Biarritz

zaterdag 20 april 2013

Aankomst vanuit Nederland. Ik zat aan het strand van Biarritz en keek uit over de wilde zee. Wat deed ik hier alleen na dit overweldigende nieuws? Alleen op weg, met een klein nieuw leven in me, 800 km voor me uit. Ik had besloten een tent mee te nemen op de camino, maar al na de eerste nacht gooide ik de tent weg: wat een last om mee te dragen. Ik was er nu al moe van. Dit zou een van de eerste lessen van de camino worden: elke kilo die je bij je hebt voel je: hoe lichter bepakt, hoe beter.

 

2. Bayonne

zondag 21 april 2013

En dan is het zover. Gisteren ben ik van Biarritz naar het station in Bayonne gelift. Het was makkelijker dan gedacht. Zoals zoveel in het leven. Al snel stopte een gezellig busje voor mij: bankje achterin, lekkere muziek op en de reis kon beginnen.

In Bayonne beginnen de eerste Camino-ontmoetingen al: op het station loop ik de super aardige en lieve Dorien uit Nederland tegen het lijf, 52 jaar, maar ze ziet er uit als 30/40. En in de trein van Bayonne naar St. Jean de Port komt Mark uit Venlo bij ons zitten: een 47-jarige ontzettende grappige en aardige man die vertelt op mannen te vallen.

De rit met de trein vanuit Bayonne naar St. Jean de Port is prachtig : de trein slingert tussen de groene bergen door, zo de Pyreneeën in! Een trein vol met pelgrims, je haalt ze er zo uit: de rugzak, de schoenen, de kleding, de gezichtsuitdrukking: zin in avontuur en gezonde spanning voor wat komen gaat.

Dag 1

3. Saint-Jean-Pied-de-Port

maandag 22 april. 2013

St Jean Pied de Port is een heksenketel van mensen, veel drukker dan ik me had voorgesteld. Een bergdorpje met nauwe straatjes, rots-stenen huisjes en veel, heel veel toeristische winkeltjes.

En dan is daar nummer 39, het Pelgrimskantoor, waar we het pelgrimspaspoort kunnen afhalen om onderweg de stempels in te verzamelen, voor het uiteindelijke Santiago-credential! De rij staat wel tot buiten, maar het gaat sneller dan gedacht. Gelukkig maar, want het is al bijna vier uur en ik zou graag dit drukke stadje verlaten, vandaag nog.

Binnen hangt een rustige sfeer: aan een lange tafel zitten wat oudere mannen die de paspoorten uitdelen. Omstebeurt kun je bij hen aan tafel plaatsnemen en zorgen ze een beetje voor je: “Wat is je plan?” , “Heb je al een hotel?”. “Nee, ik wil doorlopen naar Auberge Orisson”, vertel ik. De man kijkt me met lieve warme oogjes aan en zegt “Oh la la, 3 uur lopen”. “Kan het wel?”, vraag ik hem. “Ja, maar niet treuzelen hier, meteen doorlopen. Heb je eten voor onderweg? Heb je gereserveerd?”. “Ja, dat moet goed komen”.

Het is een mooi stadje, St. Jean Pied de Port, met zijn kabbelende beekjes, oude bruggetjes en vervallen stadspoorten. Toch ben ik blij dat ik vertrek uit de hectiek en het toerisme.

4. Richting Hunto

16 uur, start, 5,1 km wel steil omhoog | maandag 22 april, 2013

Als ik de stadspoorten uitloop, doemt een lieflijk landschap op: groene glooiende heuvels en ver zicht op hogere bergen in de verte. Ik voel me tevreden, intens genietend van de koeienbellen op de achtergrond, schapen met lange haren en ezeltjes, mijn lievelingsdieren. En iedereen die ‘Bon Camino’ zegt onderweg.

Het pad loopt fors steil omhoog. Ik krijg steeds meer hoofdpijn en besluit goed voor mezelf te zorgen en waar het kan te stoppen.

Er doemt een boerderij op met “Gite Rural” erbij en “Rooms Avialable” en ik besluit het erop te wagen. In een schuur met hooi en koeien zegt de boer dat er helaas geen plek meer is. Jammer.

Als ik weer doorloop, kom ik een Oostenrijker tegen, Sebastian. Hij vraagt of hij een stukje met me op mag lopen. Hij ziet er wit uit en vertelt net uit Londen te komen, waar hij een trainingsweek had voor zijn werk. Hij heeft maar drie weken en wil zo ver mogelijk doorlopen vandaag.

Net als ik is hij de drukte van St. Jean Pied de Port ontvlucht. Hij wil doorlopen naar Orisson, maar zegt dat er geen plaats meer is. Ik zeg hem dat ik heb gereserveerd in Orisson, maar veel liever eerder zou stoppen. Hij vertelt gereserveerd te hebben in Hunto, een dorpje een uur eerder dan Orisson! Wie weet kunnen we ruilen misschien? Ik zeg hem dat ik sowieso ga stoppen in Hunto en hij wil heel graag mijn reservering voor Auberge Orisson, hoe mooi!

De plek in Hunto is een sjieke kamer voor mezelf, met eigen badkamer en tweepersoonsbed!! En er is goddelijk avondeten: ik val midden in een groep Franse lopers, een Italiaan en een Duitser, die het net als ik rustig aan doet: hij had last van zijn knieën. Het is fijn, maar de hoofdpijn is te erg, dus duik ik vroeg mijn heerlijke tweepersoonsbed in. Ik slaap onrustig, zweterig, heb het dan weer heel erg heet, dan weer koud, hoofdpijn en veel dromen. Doe extra kleren aan in bed omdat ik het koud heb en weer uit omdat ik het te warm heb. Koorts waarschijnlijk. Dat wordt rustig aan doen.

Dag 2

5. Hunto

richting Auberge Orisson (2,4 km) heel steil | dinsdag 23 april, 2013

Het opstaan valt tegen. De hoofdpijn is flink. Toch maar naar het ontbijt. De koffie en de croissant doen me goed. Ik besluit vandaag alleen naar Orisson te lopen, nog geen 3 km verder, en daar verder uit te rusten en bij te komen, voordat ik de verre etappe, over de Pyreneeen naar Roncesvalles induik. 
Het ontbijt met de Fransen is gezellig en ook zij zeggen dat het een slim idee is. Veel slapen en medicijnen misschien? Paracetamol, maar dat schijnt niet te mogen tijdens zwangerschap lees ik net in de bijsluiter, alleen op advies van de arts. Dan kan ik meteen al twee pakjes paracetamol achterlaten in de herberg. Normaal hoef ik die bijsluiters niet te lezen, maar nu ik zwanger ben wel, ook apart!

Ik start de tocht naar Auberge Orisson, een uurtje ongeveer, en loop tussen enorme vergezichten en zwevende gieren!! Ze vliegen heel dichtbij over me heen, met hun puntige vingervleugels en lelijke witte koppen! Ik loop gestaag door en dat werkt heel goed. Ik hoef nu bijna niet te stoppen. Halverwege wissel ik mijn shirts om, zodat mijn thermaal shirt rechtstreeks op mijn huid zit en trek mijn hemd wat eronder zit en kletsnat is, uit. Zo sta ik dan in mijn blote lijf in de wind in de bergen. Ik moet er om lachen.

6. Auberge Orisson

dinsdag 23 april, 2013

En dan is er al vrij snel Auberge Orisson, met eigenaar Jean Jacques, waar Linda over verteld heeft. Haha, wat een rasversierder inderdaad, charmant tot en met.
Ik kom Mark weer tegen uit Venlo. Heerlijk. Hij rust wat en eet soep om op sterkte te komen. Het valt hem goed tegen en hij gaat nog door naar Roncevalles. Hij vindt het ook een slim idee van mij om te stoppen. Nu maar snel mijn bedje opzoeken om wat aan te sterken en een douche nemen. Het bedje is gelegen in een rotsachtige lage berghut met stapelbedden en voortreffelijk uitzicht!

Binnen ontmoet ik nog veel andere lopers, onder andere uit Amerika en een wat oudere Franse pastoor, die vol mooie verhalen zit. 

En dan slaap ik heerlijk in.

"Er zijn geen goed of slechte wegen. Je moet gewoon je eigen weg volgen."

Dag 3

7. Auberge Orisson

richting Roncesvalles (17,4 km) over een pas – sneeuw op de top | woensdag 24 april 2013

De volgende ochtend vertrek ik al vroeg. Ik loop steil bergop tussen de mist en de wilde bergpaarden door, op de hoge toppen van de Pyreneeën. Als de mist even optrekt is het uitzicht overweldigend. Op een klein kruispunt van wegen op 1095 meter hoogte rust ik even uit bij het Mariabeeld ‘Vierge de Biakorri’ met een prachtig vergezicht over de bergen. Het pad is soms lastig te volgen met de mist en ik ben dankbaar voor de vele steenmannetjes die hier door anderen zijn neergezet.

Vandaag is de eerste dag dat de pas over de Pyreneeën weer open is. Het is april en tot vandaag was het te gevaarlijk in verband met de sneeuw. Dat is meer dan waar als ik hoor dat nog geen drie dagen geleden hier een jonge pelgrim is omgekomen, omdat hij verdwaald was door de sneeuw.
 Als ik bij de sneeuwvelden aan kom, besluit ik het zekere voor het onzekere te nemen en te wachten tot er andere pelgrims komen en dan achter hen aan te lopen. Gelukkig komen er al snel mensen aan. In een klein groepje lopen we over de donkere voetstappen van de sneeuwvelden heen.

De sneeuw maakt het een stil landschap, maar ook gevaarlijk. Later hoor ik dat het meisje uit Amerika, waar ik de avond tevoren nog mee heb gekletst in de berghut, de weg kwijt is geraakt, daar uren heeft lopen dolen en uiteindelijk in paniek is opgehaald door anderen.

Het duurt veel langer dan ik dacht, maar na veel klimmen en vervolgens weer bijna 500 meter dalen is daar dan eindelijk de Abdij van Roncesvalles: Moe maar voldaan kom ik aan.

De slaapzaal van de abdij is zo groot als een gymzaal, verdeeld in allemaal kleine hoekjes van twee stapelbedden tegenover elkaar. Er staan wel honderden stapelbedden en ik voel me wat verloren in deze drukte van pelgrims. Wanneer ik mijn kleren wil wassen na al het zweten van deze tocht, blijkt er gewoon een ‘was-service’ te zijn! Ik kom in een soort van kelderruimte van de abdij en daar staat Truus, een Nederlandse, die de pelgrims helpt. Ze pakt vriendelijk mijn kleren aan en ik zeg haar dat ze dezelfde naam heeft als mijn moeder en dat ik zwanger ben. Ze drukt me op het hart om rustig aan te doen en dat een babytje in je buik nu belangrijker is dan de tocht aflopen. En dat ik naar de dokter moet gaan als ik me niet goed voel. Ik krijg haar telefoonnummer voor als ik iets wil overleggen. 
Hoe fijn en warm! Ze voelt als een tweede moeder voor me en ik ben haar ontzettend dankbaar.

In het stadje om de hoek ga ik wat eten en dan vroeg slapen, niet naar de mis. Ik voel me nog steeds niet echt goed.

‘Er wordt blijkbaar altijd voor je gezorgd.’

Dag 4

8. Roncesvalles

richting Burguete (3 km) naar de dokter | donderdag 25 april 2013

De volgende ochtend word ik om zes uur gewekt door heilige muziek. In de vroege ochtend, een uur of zeven, komt Lloyd, een Amerikaanse man van rond de 60 jaar, vragen hoe het gaat. Hij is een vriend van de oude Franse pastoor, die me gisteravond een speciaal soort kruiden heeft gegeven, wat me zou helpen genezen. Ik weet niet helemaal of ik het kan innemen omdat ik zwanger ben en voorzichtig wil zijn. Heb het toch maar niet gedaan.
Vannacht heerlijk geslapen, vanaf negen uur tot aan nu, maar omdat ik sinds de pas over de Pyreneeën toch zweterig ben en grieperig, en ook hoofdpijn blijf houden, heb ik besloten om naar de dokter te gaan. Lloyd zegt direct: ‘Loop maar met ons mee!’.

In de drie kilometer die we lopen naar Burguete, vertelt Lloyd me zijn levensverhaal. “Er is altijd een vangnet in het leven, je wordt opgevangen als je valt”, zegt hij. Na jarenlang alcoholist te zijn geweest en driftbuien te hebben gehad met veel agressie, is hij opgevangen door een onzichtbaar net, op het moment dat hij helemaal gebroken was als man. Het was uitgelopen op een vervelende scheiding. En uiteindelijk zijn het zijn kinderen geweest die hem hebben laten zien, dat het echt niet meer kon zo. Hij vertelt er vol passie over en het is voelbaar. En nu word ik opgevangen door hem.

Aangekomen bij de Spaanse dokter, krijg ik goed nieuws! Ik ben krachtig en jong, vertelt de dokter me, zeker als ik ook de Pyreneeën-pas over ben gekomen en dat gelukt is terwijl ik net zwanger ben. 
Hartslag 80, bloeddruk 120-80 en temperatuur 36.2. Alles is normaal. Alleen wat opgezwollen amandelen, geen aanslag erop, wat duidt op geen infectie en dus heb ik geen antibiotica nodig. Gelukkig spreekt de verpleegkundige Engels.

De verpleegster brengt me naar Pamplona, zo’n veertig kilometer verder. “Dan ben je uit de steilste stukken van de bergen en vermijd je de zwaarste stukken”, vertelt ze. Ze brengt me naar een prachtige Albergue aan de rivier, voor 8,50 euro! Wat een geluk!
In de auto hebben we een bijzonder gesprek. Ze vertelt dat haar gynaecoloog zei dat ze moest gaan nadenken over het krijgen van kinderen, omdat ze al 35 jaar is. (ik ben 38 op dat moment en net zwanger dus). Ik zeg haar dat ze een goede moeder zou zijn, ze zorgt immers ook zo goed voor mij! En ook vertel ik haar dat haar leven echt niet stopt als ze kinderen heeft.

In de Albergue aangekomen reken ik uit hoeveel tijd ik nog heb om de Camino uit te lopen. Het is 24 april en 30 mei vlieg ik terug naar Nederland. Nog 35 dagen, 729 km naar Santiago, wat betekent ruim 20 kilometer per dag. Als ik nog naar Finisterre/Muxia wil lopen, is dat 115 km erbij en 844 kilometer in 35 dagen is ruim 24 kilometer per dag. Dat is best flink weet ik nu, al denk ik dat het goed te doen is en ik rustig aan kan doen.

Ik besluit alle spullen die ik niet meer nodig heb weg te leggen en de rugzak uit te sorteren.
En neem ik me voor mezelf goed in acht te nemen, mezelf serieus te nemen en te luisteren wat mijn lichaam aangeeft. Zeker nu ik zwanger ben.

Dag 5

9. Pamplona

richting Puenta La Reina (23,6 km) – Bang voor de Liefde | vrijdag 26 april 2013

De volgende ochtend sta ik om zes uur op en ga om kwart vóór zeven op pad met Folkert, een gepensioneerde Duitse man en oud-leraar Chinees op de universiteit.
Het is een prachtige dag, de zon schijnt volop, mooie uitzichten en heerlijk lopen bij 22 graden, het is superweer! Ik merk dat mijn benen sterker worden en mijn conditie beter. 


Op de top van de berg, vlakbij Alto del Perron, drink ik koffie op een brandertje met Toon, een Nederlandse man van 65 jaar die ik al vaker ben tegengekomen. Het is echt genieten, met prachtig uitzicht over koolzaadvelden en de koffie smaakt me erg goed midden in de natuur.

Onderweg zie ik overal hartjes. Vannacht heb ik ontdekt hoe angst de andere kant van liefde kan zijn. Of andersom bedoel ik. Soms kun je bang zijn voor de liefde. Zoveel te voelen voor iemand. Maar daar is niks mis mee! Waarom bang zijn voor de liefde? Het is juist heel fijn liefde voor een ander mens te voelen.

Daarnaast heb ik ontdekt dat je kunt nadenken over heel veel dingen. Maar als ineens iets, een idee, je plots invalt, het heel goed is om ernaar te luisteren. Dan spreekt je hart. In het dagelijks leven is dat soms niet goed te horen door alle drukte, maar hier in de stilte wel. Alleen soms, als je met iemand samen bent, ook lastiger.

Het lopen gaat gemakkelijk, zeker nadat ik Toon heb ontmoet. We lopen door tot Puenta del Reina, bijna 24 kilometer verder.

In de avond eet ik overheerlijke pizza met Toon, na in de middag, rond twee uur, steevast mijn dutje te hebben gedaan, omdat er rond die tijd een ongekende vermoeidheid over me heen valt en ik bijna lopend in slaap val. Ik ken het niet. De prille zwangerschap waarschijnlijk. Gek eigenlijk, dat ik de zwangerschap hier op de Camino met iedereen deel, maar thuis nog niemand het weet. 
Het is een heerlijk avondje en met Toon klets ik over antroposofie en de kijk op de wereld ! Rond half negen duik ik mijn bed al in. Moe maar voldaan.

Helaas ben ik inmiddels al mijn slippers, handdoek en oplader van de telefoon vergeten. De telefoon is ook al uitgevallen, waardoor ik nu onbereikbaar ben voor de wereld. Misschien maar goed ook.

Dag 6

10. Puenta la Reina

richting Estella (22,8 km) | vrijdag 26 april, 2013

Het is vijf uur in de ochtend en ik ben klaarwakker. Ik sta op, ga douchen en drink nu koffie met de enige andere wakkere pelgrim, een aardige Koreaan waar ik een gekookt ei van krijg.
De herberg in Puenta la Reina heet ‘Padres Reparadores’, er zijn 100 bedden in de slaapzaal en het is de goedkoopste herberg tot nu toe.
Ik denk na over wat ik moet doen. Pas om zeven uur wordt het licht, dus nog zo’n anderhalf uur door de donkerte. Dat heeft ook wel wat, de zon op zien komen! Ik ga!

Dan merk ik toch dat het veel te donker is en wacht, tot om half zeven een klein tentje open gaat, waar ik een koffietje kan krijgen. Het stadje ging nog net, maar veldweggetjes zijn geen goed idee. Ik voel me verloren en eenzaam. Het begint ook nog te regenen. Wat doe ik hier? Ik voel me heel alleen te midden van alles. Oude eenzaamheid? Ik kan het niet goed voelen. Waarschijnlijk wel. Het is handiger om pas na zeven uur te gaan . Of ik moet samen met iemand lopen.

Wanneer het licht wordt om zeven uur, loop ik opnieuw aan. Het valt me tegen, de eenzaamheid blijft me overvallen in de velden tussen Puenta la Reina en Maneru. Laat het maar komen.
Het slingerende landweggetje volgt de te grote snelweg en net voor het dorpje is het een flink stuk klimmen. In het hek naast de snelweg hebben pelgrims kruisen gestoken van houten takjes.

In een Auberge in Maneru stop ik voor koffie om kwart over acht. Een vriendelijke man schenkt me verse koffie in. “Je bent de eerste klant van de dag”, zegt hij. En gratis internet! Dat is fijn! Nu kan ik P. laten weten dat mijn telefoon is uitgevallen, dat ik geen oplader heb, en onbereikbaar ben. Ik probeer ook mooie dingen te schrijven, maar het wordt een brief vol missen en liefde en eenzaamheid. Het zij zo.

En dan is daar Toon!!! Fijn! Dat doet me goed, na deze wat mindere start!
 Hij is ook heel blij mij te zien en had niet gedacht me nog tegen te komen. We lopen naar Cirauqui en dan naar Lorca, verder dan gedacht. We stoppen bij een oude brug, vóór de klim naar Lorca en ik besluit daar te stoppen. Het is genoeg geweest voor vandaag. Ik neem, helaas, afscheid van Toon, hij gaat te snel voor mij.

Op het gratis internet komt net een bericht van P. binnen. Hij maakt zich zorgen, zou zo direct naar me toe willen rijden.

Aan de bar hangt een mooie spreuk van Paolo Coelho:

‘Find some interest in your own life’

Mooi. Hoe toepasselijk weer.

Ineens blijk ik, na een uur rust en koffie, me best oké te voelen. Dus loop ik door, ik zie wel hoe ver. Op straat kom ik, heel enthousiast, twee Fransen tegen van de groep die ik de eerste dag ontmoette in Hunto!! Hoe leuk! Het is hun laatste dag inmiddels, hun week zit erop.

 

"Find some interest in your own life."

Het lopen gaat best goed tot Villatuerta, ongeveer een uur verder, en dan kom ik een klein grappig vrouwtje tegen. Het lijkt net een jongen van achteren gezien. We raken aan de praat, een heel bijzonder gesprek, ze heet Pam en komt uit Amerika. 
“Jij kiest niet de Camino, de Camino kiest jou”, zegt ze. Waar heb ik dat eerder gehoord? Van Linda volgens mij! Ze begint een prachtig verhaal te vertellen over wat de Camino haar al heeft gebracht, dat ze nooit dacht dit fysiek te kunnen en toch maar hier loopt, bijzondere ontmoetingen meemaakt etcetera. En ik raak ontroerd door de manier waarop ze vertelt. De tranen stromen nu over mijn wangen. 
Ze zegt dat het goed is de tranen achter te laten op de Camino. Ik zeg dat ik mijn liefde heel erg mis. En zij praat met mij over eenzaamheid, zo toevallig. En ik vertel over mijn zwangerschap en zij zegt dat ik er vast voor het einde van de Camino achter kom, waarom de Camino mij heeft gekozen. Dat ik nu die eenzaamheid moet ervaren om afscheid te nemen van mijn avontuurlijke vrije leven, waarin ik altijd zonder problemen de wereld over kon reizen. Dat ik nu een gezin kan starten en niet meteen weer weg hoef. En dat ik er helemaal klaar voor ben om een hele goede moeder te worden.

Ik vind het wel heel mooi wat ze zegt en het doet me echt goed. We nemen afscheid, met een kus. En ik ben al in Estella, 23 kilometer verder. Wie had dat gedacht vandaag.

In de avond zit ik in een echte Spaanse bar/restaurant te eten, wanneer het helemaal volloopt met Spanjaarden, erg grappig. En er wordt jaren tachtig muziek gedraaid, mijn favoriet “How can we sleep while our beds are Burning”. En lekker een beetje dansen op “Do you love me? Do you love me? Now that we can dance”.

Dag 7

11. Estella

richting Villamajor de Monjardin (9,2 km) | zaterdag 27 april, 2013

Wanneer ik opsta, is het al laat in de drukke Albergue Municipal del Pelegrinos. Dat is ook de bedoeling. Ik wil het rustig aan doen en de tijd nemen vandaag.
 Aan de ontbijttafel ontmoet ik Francine en Alex uit Australië, moeder en zoon, heel aardige mensen.
Alex heeft veel last van zijn knie, en ik besluit hem mijn kniebrace te geven, omdat ik toch al een paar dagen dat gewicht uit mijn rugzak kwijt wilde, en dit als een teken kan zien dat ik wel op mijn knie kan vertrouwen. Het is een echte kniebrace uit de tijd dat ik een knie-operatie onderging na een gescheurde voorste kruisband. Ja ja, voetbal. Alex is erg blij! Ik loop een aantal uren met hen op, erg fijn. Francine is een super lieve vrouw en snel geroerd, mooi om te zien. Binnen ‘no time’ hebben we hele diepe gesprekken. 
Zij is aan het eind van haar moederschap, haar zoon is net 18 jaar geworden en het wordt tijd dat hij op eigen benen staat. En ik sta aan het begin van mijn moederschap. Mooi!
 Ze vertelt dat ze HIV heeft, ongelooflijk, net na de geboorte van haar zoon ontdekt. 
Ze huilt, ik troost. Wat een dappere vrouw. 
Ze zit in een ‘verkeerde’ relatie, ook omdat ze bang is dat een nieuwe relatie haar HIV misschien niet accepteert. Ik praat met haar over liefde. Ware liefde heelt. ‘Overcome all the shortcomings of both’. Dat echte liefde een wonder is en het niet uitmaakt dan. Ze vertelt bij hem te blijven, omdat ze niet veel denkt van haarzelf, weinig eigenwaarde heeft. Als ik haar vraag waarom zo’n leuke knappe vrouw bij zo’n ongezellige vent blijft? Tranen.
Ik zeg haar hoe mooi ze is, van binnen en van buiten. Ontroerend. Wat ik gisteren aan liefde heb gekregen van een andere vrouw, geef ik nu weer door aan een ander.

"Wat ik gisteren op de Camino aan Liefde heb gekregen, geef ik nu weer door."

We drinken koffie en eten tortilla in een sportcentrum, drinken (een klein beetje) wijn uit de wijnfontein en drinken nogmaals koffie. In Villamajor de Monjardin neem ik helaas afscheid van haar. Ik moet echt stoppen. Mijn verkoudheid is nog niet alles. Met tranen in haar ogen neemt ze afscheid. Ontmoeten en loslaten. Dat is de Camino. Mooi. 
Het is een prachtige nieuwe albergue waar ik aan kom, net een maand open, met een heerlijke woonkamer. Ik check in met een Franse familie, die onderweg zijn met vier kinderen, hoe inspirerend! Kinderen van één, drie, tien en twaalf jaar! Voor de twee oudsten hebben ze fietsjes bij zich en de jongste twee zitten in een kar die de vader trekt.
Mooie ontmoetingen in de huiskamer (na mijn gebruikelijke middagdutje) met Claire uit Australië en Birgit uit Duitsland. Ik zit op schoot met de éénjarige Angel, en, vertelt de moeder, dat is voor het eerst dat ze zo op haar gemak bij iemand op schoot zit. Alsof ze voelt dat ik zwanger ben, het vertrouwd voelt.
In de avond, na een heerlijke groentemaaltijd te hebben gekookt voor mezelf, loop ik nog een rondje op deze prachtige plek, hoog op de heuvels gelegen, met prachtig uitzicht, zelfs vanuit mijn bed merk ik later!

In de bar waar ik een ijsje koop, ontmoet ik Arnoud, een Nederlandse man van 64 jaar, die me uitnodigt bij hem te komen zitten. Hij loopt voor de tiende keer naar Santiago, maar altijd voor iemand anders! Ik zeg hem dat hij toch ook maar eens voor zichzelf moet lopen. En hij zegt dat ik moet genieten van het ‘samen’ lopen (ik loop tenslotte met zijn tweeën, hihi).
En hij vertelt me vooral die avond, dat ik moet genieten van alles wat is. Je weet tenslotte nooit wat er morgen gebeurt! 
Zijn vrouw is een aantal jaren terug overleden en dat raakt hem nog. Hij liep de eerste Camino naar Santiago voor haar. Genieten van wat je lief hebt, op het moment!
Ik ga heerlijk slapen die avond en denk terug aan al het moois dat deze dag mij heeft gebracht.

“Als je te snel gaat, zie je de mooie bloemen langs de weg niet”

Dag 8

12. Villamajor de Monjardin

richting Sansol (20,3 km) – Topdag! Inspiratie onderweg | zondag 28 april, 2013

Lekker laat sta ik weer op, zodat het wat minder koud is buiten. Het zou slechts drie graden worden, wat niet fijn is voor mijn verkoudheid.
Ontbijt met de franse Familie, toast en jam, koffie en cake. Ik pak mezelf erg warm in, met muts en jas, en loop de velden in, onderweg naar Los Arcos, een wat groter stadje, waarbij me het een goed idee lijkt om even naar mijn verkoudheid te laten kijken.

Over eenzame weggetjes loop ik, tussen de wuivende graanvelden door en het is prachtig! De zon komt af en toe net even door en overal om me heen zijn bergen en heuvels! Ik stop even om al het moois in me op te nemen en zeg tegen mijn buik: “Kijk eens hoe mooi de wereld is! De bergen, de graanvelden, de zon!” En dan kijk ik om, en zie op een paar meter afstand een ree door het wuivende gras springen! Wauw! Met zijn witte staartje! Ik zie hem nog heel lang, over het pad springen! Prachtig!

Ree: 
Staat voor zachtheid, realisatie, onderzoek en het vinden van je kracht. Als ze op je pad komt, brengt ze je de fijne krachten van het hart, zoals liefde, vertrouwen, vrede, onschuld en vergeving en laat je zien hoe je ze tot uitdrukking kunt brengen.

Voor me uit vliegen verschillende keren vogels, vinkjes met prachtige kleuren, andere soorten.. het schijnt geluk te brengen op de Camino, vogels..
Ik pink een traantje weg en weet niet echt waarom. En plots valt me in “de Camino is van de gewone mensen” en vind dat zo mooi!

Onderweg krijg ik een mandarijn aangeboden van Luis, een erg grappige Spanjaard die ook in Amsterdam heeft gewoond, en ik ben zelf ook in een grappige stemming, geloof ik.
Xavier komt er snel bij, een Spanjaard die ik ook al eerder in Roncesvalles heb ontmoet, een jonge vent met een soort van ADHD. Het worden grappige gesprekken daar, tussen de velden, over Don Quichottes en blessures van frisbeeën en we lachen tussen de stille velden in de zon. Xavier loopt door, al krijg ik wel wat veter-strik-tips van hem, wat zeker veel scheelt als je anders telkens moet stoppen. Alles scheelt.

Luis vertelt over zijn knie-operatie slechts zes maanden geleden, zijn droom om de wereld over te zeilen en dat hij weinig vertrouwen in het leven heeft. Zijn droom om naar Canada, Australie te gaan. Mooie diepe gesprekken meteen. En ik over mijn zwangerschap en zorgen om verkoudheid. Dat als je je aandacht ergens op richt, het altijd groter wordt, zegt hij, zoals zijn zorgen om zijn knie hem niet echt helpen. Mijn zorgen om verkoudheid ook niet echt. 
We komen de bioloog Arnoud tegen en ik loop met hem op, als Luis verdwijnt in de verte.
Het komen en gaan van mensen, zoals het elke dag gaat op de Camino, ontmoetingen en loslaten. Ik zeg Arnoud dat ik toch in Los Arcos naar een dokter wil en hij zegt dat het een goed idee is, alleen dat het zondag is. Oh ja, Shit.

We drinken cappucino’s in het prachtige plaatsje Los Arcos en Arnoud trakteert me op een puddingbroodje. Heerlijk! Wanneer hij weg is, besluit ik toch verder te lopen naar Sansol, acht kilometer verder. Het is zondag tenslotte en dan kan ik de dag erna doorlopen naar Viana, elf kilometer verder, waar ook een dokter zit. Ik voel me nog best fit. En twintig kilometer op een dag is misschien een mooie tussenweg, tussen tien en dertig kilometer in. Ik loop tussen koude velden, een zandweggetje, vele klaprozen en knalgele koolzaadbloemen. Ik leg een hartje in het zand, van steentjes. Zo vaak krijg ik kanootjes onderweg van andere pelgrims, als ik er even doorheen zit. Zoals honderden stapeltjes van stenen, op elkaar gestapeld door duizenden handen, steenmannetjes… Ik leg er een steentje bij.

Dag 9

13. Sansol

richting Viana – Stop, door elkaar geschud | maandag 29 april, 2013

Wat een nacht! Met heel aardige Poolse vrouw Lyn uit Amerika op een klein kamertje geslapen. Het leek wel een Efteling-huisje, met dikke houten bruine balken, laag plafond, overal grappige boekjes, spelletjes en dingetjes. Heel sfeervol.
Maar ik heb de hele nacht gehoest, het leek wel bronchitis, en mijn borstkas was erg pijnlijk. En af en toe leek ik wel geen lucht te krijgen tijdens het hoesten. De Poolse vrouw vroeg nog of ik het koud had in de nacht, of ik een extra deken wilde. En ze zeiden allebei dat het hoesten helemaal niet erg was, dat ze het rot vonden voor mij.

 

En zo zat ik te denken wat ik nu moest doen en me veel zorgen te maken over griep, wel of niet doorlopen etcetera. Ik kon een taxi nemen met een Italiaanse broer en zus, die ook naar de dokter moesten. Of lopen naar Viana. Daar is een dokter. Of in bed blijven en de hele dag uitzieken. Pff.. Ik heb het er met de Poolse vrouw over. Gisteren had ik al verteld dat ik zwanger was en ze was erg geroerd. Ze vertelde dat ze vierenveertig jaar was nu, en dat het het verdriet van haar leven was. Dat ze eigenlijk heel graag kinderen had gewild. Terwijl ze het vertelde kreeg ze tranen in haar ogen. “Als ik jou was, zei ze, zou ik direct stoppen , naar de dokter gaan en helemaal stoppen met de Camino. Weet je, misschien moet iemand jou even door elkaar schudden en misschien moet ik die iemand dan maar zijn – en ze schudde me letterlijk heel erg door elkaar – om te zeggen dat er nu veel belangrijker dingen in jouw leven zijn die om aandacht vragen. De baby, een man, dat is zo belangrijk! Je bent gek als je er nu mee doorgaat, terwijl er zoiets belangrijks staat te gebeuren in je leven. Je krijgt spijt als daardoor iets mis gaat.” Wijs, maar waar. Pijnlijk, maar waar.

Toen kwam Lyn de kamer binnen en stopte het gesprek. Voor mij was ze heel blij en feliciteerde me met het zwanger zijn. En ik? Ik pakte de taxi met de Italianen naar de dokter in Viana. Ik wist wat me te doen stond: Stoppen met de Camino. En wel nu.

"Gestopt. En nu?"

De dokter in Viana bevestigt wat ik al wist: Het is beter te stoppen met de Camino nu ik zwanger ben. Beter voor de baby, beter voor mij, nu ik een fikse griep te pakken heb.

In een Albergue in Viana duik ik meteen mijn bed in. Niet te geloven dat ik net nu in een drie-persoons-stapelbed slaap: drie bedden boven elkaar! Zoiets heb ik nog nooit gezien. Als ik even hoest – en ik lig in het bovenste bed- dan bewegen de andere twee bedden mee!
Gelukkig krijg ik er niet veel van mee, zo moe en ziekig als ik ben.

Wanneer ik me even wat beter voel, bel ik P. vanuit een telefooncel, boven op een plein in de wind. Hij komt meteen naar me toe gereden met zijn legergroene bus en kan er overmorgen al zijn! En ik ben blij! Daarna ga ik slapen, en hoe gammel het bed ook mag zijn, ik slaap overheerlijk! Later belt hij me nog terug in de Albergue, met de laatste update dat hij onderweg is…

2019

6 jaar later

De echte Camino – terug naar mezelf | Camino Frances lente 2019 | Sansol – Santiago 650 km

‘On the camino you get what you need, not what you want’

27 mei 2019, ongeveer 15 uur, op het vliegveld van Madrid. Afgelopen april liep ik met kleine Kees hier, en er gebeurde iets met me, in me. 
Door de velden, de heuvels van Noord-Spanje, de kleine ouderwetse dorpjes met pleintjes en fonteinen… Ik werd gepakt. Ineens werd me zoveel helder. “Ik moet stoppen met mijn werk, dat weet ik eigenlijk al heel lang, maar nu voel ik het ook. De natuur pakte me. De heuvels, Kees, ikzelf die – onderweg – meer in mijn element ben dan ooit ‘thuis’ in Nijmegen. Hier voel ik me thuis, het onderweg zijn met weinig spullen voelt als meer in mijn element dan ooit in Nijmegen. Daar snap ik het leven niet. Wat doen mensen in huizen? Een groot huis bezitten, daar dan werk voor moeten doen wat je niet leuk vindt en veel om schoon te moeten maken?
Een camper kopen in Nijmegen. Daar in wonen, huis onderverhuren en wat schrijven voor de kost? Materie/bezittingen, ik snap het niet goed.. het lijkt vooral een last/bagage al die spullen..

Mijn droom: de Camino nu afmaken. Weer genieten van het leven. Op deze tocht.

Boek ‘Weg van Alles’ , Fiona Higgins

‘Soms moet je vluchten om de weg naar huis terug te vinden.’

Dag 10

13. Logrono

Sansol – Viana – Logrono | dinsdag 28 mei 2019

Met de bus van Logrono naar Sansol. Vanaf half negen onderweg, vertrokken uit Sansol. Ik heb Anna gebeld, van het hostel ‘El Olivio’, waar ik zes jaar geleden heb geslapen, toen ik zwanger was van Keesie en waarvan ik toen een taxi naar de dokter in Viana heb genomen.

Ik vertel het verhaal aan een man die ik tegen kom op straat, vlakbij het hostel. Anna is er niet, maar hij vraagt of hij haar misschien kan bellen voor me? Hij drong erg aan.

“You make my day!”, roept Anna even later uit, als ik haar het hele verhaal vertel!

Ik krijg veel lessen onderweg: last van de drukte op de Camino: niet vergelijken met anderen, je eigen tempo blijven lopen
Je wordt gedragen door de aarde, altijd. Daar hoef je niks voor te doen. Ik hoef niks te doen om hier te zijn. (geen moeite)
Leiding vragen of aanvaarden, of volgen van binnen. Om elf uur kom ik in Viana aan. In restaurant/bar San Juan, waar ik 6 jaar geleden ook heb gezeten en tortilla heb gegeten, net als nu. Oh ja, mijn telefoon is uitgevallen?! Zou dat een teken zijn? (Hoe lekker het is even helemaal geen contact met de buitenwereld te hebben.. heerlijk ) Zoooooo, ik was bijna niet te houden, zo hard liep ik! Ik kon gewoon niet stoppen.

Oh ik zit hier zo lekker te schrijven en te eten, veel, en te relaxen omdat ik benieuwd ben hoe het verder gaat, of ik verder loop. Ik vind net een kaartje in mijn zak, wat Kees in een winkel had getrokken: ‘ik ben bereid om mijn planning los te laten en te kiezen voor wat in dat moment passend en goed voelt’. Haha

De helft van mijn handdoek heb ik net afgescheurd, laat ik achter. Minder ballast. En mijn sandalen, T-shirt en trui heb ik al achtergelaten in Logrono vanochtend. (wel koud vandaag trouwens). Ik loop vanuit Viana door tot aan Logrono, waar ik vanochtend ben gestart, twintig kilometer in totaal en slaap weer in hetzelfde hostel Winederful. Ik haal mijn sandalen en t-shirts weer op, die ik vanochtend daar had achtergelaten. Ze waren er nog. Je kunt ook teveel achterlaten.

 

Dag 11

14. Logrono

richting Ventosa | woensdag 29 mei 2019

Het is ongeveer twintig kilometer van Logrono naar Ventosa. Ik loop heel langzaam vandaag, wat super is, neem veel pauzes en doe yoga-oefeningen tussendoor. In het prachtige Parque La Grajera ontmoet ik in de vroege ochtend, net na een koffie en verse tortilla, Marcelino: Een beroemde pelgrim. Ik rust bij zijn standje even, omdat ik het toch rustig aan moet doen vandaag in verband met zere knieën. Hij vertelt mij dat hij al vanaf 1975 loopt, verschillende routes, met ezeltjes, zonder. Het is een bijzondere ontmoeting. Hij geeft me een hele warme knuffel, kijkt me diep in mijn ogen en zegt: “if you respect others, they respect you back”.

En “There is enough love for everybody in the world. Love is everywhere”. Het voelt alsof hij het specifiek tegen mij zegt, alsof het voor mij van belang is op dit moment specifiek, en ik kan me er zeker wel iets bij voorstellen. Soms, juist omdat ik me wat onzeker voel nog op deze tocht, kan ik een beetje onhandig overkomen als ik iemand tegen kom of een kop koffie bestel, omdat ik het spannend vind. Ik kan het inderdaad ook omdraaien en er een mooie ontmoeting van maken en een soort van vriendelijkheid en warmte in het contact leggen. Of ik nu koffie bestel of iemand ontmoet.

if you respect others, they respect you back”.

In het hostel in Ventosa ontmoet ik op de kleine kamer met maar een paar stapelbedden de Amerikaans-Koreaanse Julien, een erg grappige vrouw van rond de veertig, ook moeder. Zij vertelt me dat de Camino uit drie delen bestaat: Het eerste deel van de Camino is waar je je fysieke klachten tegenkomt, het tweede deel is spiritueel, over de Meseta, de eindeloze woestijn en het derde deel is loslaten. Zij had ook pijn aan haar enkel en zegt dat ik ook stokken moet meenemen! Vaak laten mensen die achter in hostels. Ze geeft me anti-inflammation-creme tegen pees-ontsteking en ik smeer het op mijn enkel en knie. En ze tipt me een soort sok voor knie en enkels te kopen. “Iedereen heeft last van knie of enkels”, geeft ze aan. Het was heel grappig om te zien hoe zij ermee om ging: ze gaat misschien een fiets huren als het haar te zwaar wordt. En je kunt je tas over laten zenden voor slechts vijf euro. En ik? Ik ga misschien een ezel huren. Haha.

Op het terras in de zon ontmoet ik de Belgische Marijke, een wat oudere vrouw, waar ik een biertje mee drink. En ik FaceTime met Keesie. Heerlijk! Ik heb veel last van mijn knieën en enkels en maak me zorgen over de Camino aflopen. Nu al, op de tweede dag. En ik neem de beslissing om morgen mijn tas over te zenden, naar Azofra, twintig kilometer verder. Ik smeer de ontstekingscreme op knieën, heupen en enkels, de pijn neemt snel af. Morgenvroeg kijk ik of er mensen stokken hebben achtergelaten in het hostel.

Dag 12

15. Ventosa

richting Azofra – Ciruena (ongeveer 30 km) | donderdag 30 mei 2019

Het is ongeveer twintig kilometer van Logrono naar Ventosa. Ik loop heel langzaam vandaag, wat super is, neem veel pauzes en doe yoga-oefeningen tussendoor. In het prachtige Parque La Grajera ontmoet ik in de vroege ochtend, net na een koffie en verse tortilla, Marcelino: Een beroemde pelgrim. Ik rust bij zijn standje even, omdat ik het toch rustig aan moet doen vandaag in verband met zere knieën. Hij vertelt mij dat hij al vanaf 1975 loopt, verschillende routes, met ezeltjes, zonder. Het is een bijzondere ontmoeting. Hij geeft me een hele warme knuffel, kijkt me diep in mijn ogen en zegt: “if you respect others, they respect you back”.

En “There is enough love for everybody in the world. Love is everywhere”. Het voelt alsof hij het specifiek tegen mij zegt, alsof het voor mij van belang is op dit moment specifiek, en ik kan me er zeker wel iets bij voorstellen. Soms, juist omdat ik me wat onzeker voel nog op deze tocht, kan ik een beetje onhandig overkomen als ik iemand tegen kom of een kop koffie bestel, omdat ik het spannend vind. Ik kan het inderdaad ook omdraaien en er een mooie ontmoeting van maken en een soort van vriendelijkheid en warmte in het contact leggen. Of ik nu koffie bestel of iemand ontmoet.

Onderweg naar Ciruena luister ik muziek en dans en zing mee en maak nog een springfoto met een Koreaanse jonge vrouw als ik door een prachtig rood steenachtig woestijngebied loop. Heel apart en ontzettend mooi!

In Ciruena check ik in bij een prachtige geschilderd albergue Virgin de Guadalupa en slaap bij een Frans stel op de kamer. Ik ben blij dat ik alléén loop, dat geeft zoveel meer vrijheid dan met zijn tweeën, besef ik me nu. Als ik het verlaten uitgestorven stadje inloop, ga ik bij ongeveer de enige bar daar wat eten, op het terras, buiten onder de luifels.

Naast me zit een grote Duitse man en een Braziliaanse vrouw. Ik raak met hen aan de praat terwijl ik een biertje drink en krijg ook nog wijn van hun. Het zijn leuke gesprekken en het is fijn daar te zitten. Later kom ik erachter dat de wijn en het bier niet echt goed vallen helaas, na dertig kilometer lopen. Wel fijn dat het gelukt is! Het is ook geloven dat het kan, dat je lijf het kan. Toen ik gisteravond van Julien hoorde dat iedereen 25 a 30 kilometer liep en iedereen pijn had en het gewoon zoeken was hoe daarmee om te gaan, met je lijf, kreeg ik er veel meer vertrouwen in. En nu is het dus gelukt! Met stokken, 20 kilometer zonder tas en met goed cremepjes opgesmeerd!

Dag 13

16. Ciruena

richting Belorado (ongeveer 30 km) | vrijdag 31 mei | Veel ontmoetingen

Ik heb vandaag geen telefoon en geen fototoestel, omdat mijn telefoon vrij snel weer eens is uitgevallen.

Om 7 uur start ik, maar helaas zie ik nergens de man van het hostel en dus is er geen rugzak-service mogelijk. Met rugzak proberen dan maar. Het is zoals het is.

Onderweg laat ik veel los. De moeilijkheden van mijn mislukte samenwonen komen bovendrijven en ik besef dat ik nooit meer terug zou willen naar die tijd. Ik moet veel huilen onderweg.

Net voor het schattige dorpje Santa Domingo de la Calzada kom ik een Nederlandse man met een Nieuw-Zeelandse vrouw tegen. De Nederlandse man vertelt dat hij naar Nieuw-Zeeland is verhuisd voor vrijheid en ‘trouwen is ook mooi!’, zegt hij. Ik heb ook in Nieuw-Zeeland gewoond aan het einde van mijn studietijd en ben gefascineerd door hen. 
In het dorpje zelf kom ik de Nederlanders uit Friesland weer tegen. Een ouder stel. Met hen heb ik een mooi gesprek over Nieuw-Zeeland, waar zij waren tijdens de aardbeving. Ze vertellen er uitgebreid over, terwijl ik geniet van mijn cola en chips. Ze vragen mij over Nieuw-Zeeland wat ik ervan vond en vertellen over de liefdesrelaties van hun kinderen. Mooi gesprek. En ik vertel mijn verhaal. Dat ik zes jaar geleden de camino ben begonnen, zwanger van Kees, dat kort na de geboorte daarna mijn relatie stuk liep en dat ik loop om dat alles een plekje te geven.

Onderweg naar Belorado kom ik op een terrasje in Villamayor del Rio, Gary en Michael tegen: een leuk homostel van net iets ouder dan ik. Leeftijd maakt zo weinig uit op de camino, merk ik steeds meer. Ik vertel hen het verhaal over de gestolen stokken en ze moeten erg lachen! Ze lunchen uitgebreid, met een groot glas bier, en ik eet salade en ijs. En een biertje. De ober van het cafe zegt: “Jij ziet eruit alsof je me wilt zoenen!”. “Nee, jij!”, zeg ik hem terug! Het voelt als flirten.

De laatste vijf kilometer onderweg naar Belorado is het erg heet en al voorbij vieren. Ik zie een groepje met een radio hard aan, om de moed er een beetje in te houden. En even later kom ik Orillo uit Frankrijk tegen, een wetenschapster, en het voelt alsof ze op vrouwen valt. Het is een mooie vrouw en we hebben mooie gesprekken onderweg waardoor de tijd heel snel gaat. Ik vertel haar dat hostels vaker zwembaden zouden moeten hebben, zeker met dit weer. Hoe fijn zou dat zijn? En ik droom ervan.

Bij het eerste hostel wat ik zie in Belorado stop ik. Orillo moet verder, zij heeft al een kamer ergens gereserveerd en zit aan een strak loopschema, omdat ze maar precies vier weken heeft. Als ik aankom bij het hostel, zit daar een Vlaamse jongen en terwijl hij van zijn biertje drinkt zegt hij dat ze hier ook een zwembad hebben. “Echt niet”, zeg ik en ik vertel dat ik daar net onderweg over droomde. En hoe gaaf dat zou zijn. Hij zegt “Ik maak geen grapje. Kijk maar achter in de tuin!”. En inderdaad, niet te geloven, daar is een zwembad! Ze hebben het wel eens over manifesteren van dromen/wensen op de Camino, dat je een kopje koffie wenst, en er meteen een tentje is, of een jas, zoals op de Camino met Kees en nu dus een zwembad! Haha wel heel grappig. Dit is echt het eerste hostel dat ik zie met een zwembad en ik heb er ook nog niet vaker over gehoord!

Het zwembad is lekker koud. Ik spring er in in mijn BH en nog andere jonge meiden volgen. Ik heb gesprekken met de Vlaming die uit de buurt van Antwerpen komt, meteen diepe gesprekken en met een Amerikaanse jonge meid, die nu in Frankrijk studeert. En met een Servische jongen die nu in Italië woont!
Over de liefde – onvoorwaardelijke liefde – die de Vlaming had meegemaakt: Hij verhuisde naar Australië voor zijn vriendin die veel ouder was en moest toch voor zichzelf kiezen, terwijl hij haar nog steeds ziet als zijn grote liefde. We spreken over spirituele dingen, hele mooie en hele eerlijke gesprekken. Ik eet heerlijke gefrituurde groenten die avond en voel me bewonderd door jonge jongens waar ik mee klets tijdens het avondeten. En: ik krijg ontzettend dikke knuffels van deze jongens voor het slapen gaan! Haha! Wauw! Ik kom er in elk geval goed in, in de Camino en inderdaad: liefde is overal te vinden en er is genoeg voor iedereen!Ik slaap op een zaal vol stapelbedden en als ik een jongen met lange baard aanspreek die ik al vaker heb gezien, laat hij me foto’s van hemzelf zien, van een half jaar geleden, toen hij nog meer dan 100 kilo woog. Hij wilde afvallen en vond dat saai om dat zomaar te doen, dus plande hij de Camino en ging daarvoor al oefenen met een rugzak. Niet te geloven, hij is gewoonweg niet meer te herkennen van die foto! Hij heet Bo en komt uit Denemarken. Later op de tocht zal ik hem nog veel vaker ontmoeten.

Dag 14

Belorado

richting Agès (30 km): Zeer hete dag! | Zaterdag 1 juni

Vandaag is het een erg hete dag en lukt het me niet om goed te eten. Het is wel 32 graden! Om 5.20 uur word ik wakker in de herberg met ongeveer 30 bedden. Ik hoor de Braziliaanse man beneden mij in het stapelbed al rommelen en vraag hem hoe laat het licht wordt. Zeven uur denkt hij. Ik kan niet meer slapen, dus besluit ik rond zes uur te gaan pakken, nadat ik wat meditatie in bed heb gedaan. Rond half zeven vertrek ik. Het is nog rustig op pad wat heerlijk is.

Net voorbij het stadje kom ik er, als ik een andere vrouw met stokken zie, plots achter dat ik mijn stokken vergeten ben! Nee he! Ik moet weer terug naar de herberg en pas om half negen kan ik echt vertrekken. Ik baalde zo, hoe ik toch zo stom kon zijn en net nu, nu het zo heet was! Ergens was het natuurlijk ook wel grappig: als ik het verhaal tegen anderen vertelde, moesten ze er hartelijk om lachen. Tja, mag je fouten maken van jezelf?!

Onderweg kom ik Gary en Michael tegen, het grappige homostel uit Amerika en drink met hen koffie. Maar heel die dag voel ik me onrustig en loop ik niet lekker. Tot aan het laatste stuk van San Juan de Ortega naar Ages. Toen voelde ik mezelf weer en dat voelde heel fijn aan, bij mezelf. Misschien wel door de vele ontmoetingen van gisteren.

Net bij aankomst, rond vijf uur pas!!!, veel ijs gegeten en heerlijk colaatje gedronken met Gary, waar ik mee had afgesproken om in dit dorpje te slapen, bij deze herberg. Ik wilde mijn hoofd wel in een vriezer steken, zo heet had ik het! Net gelukkig toch een salade kunnen eten en een toetje. Ik kwam Juli-An, de Koreaans-Amerikaanse van mijn eerste dagen nog tegen. Ze is erg druk, dus ik heb er even niet zo’n zin in. Ik schuif even bij Gary en Michael aan, die me hadden uitgenodigd, maar ik merk toch dat ik nu liever alleen wil zijn en wat wil schrijven. Dat is heel fijn nu. Ik kom nog de Amerikaanse jonge vrouw tegen van gisteren bij het zwembad, die nu in Frankrijk woont, Maris genaamd. Ze zit op de stoep te huilen, als ik even de buurt verken voor het slapen gaan. Ze vertelt dat haar vader stervende is, en ze niet weet hoe hiermee om te gaan, zo jong ze nog is, ongeveer 20 jaar, en dat ze daarom de Camino loopt. Ik houd haar vast en zeg haar dat ze er vast wel achter komt voor het einde van de Camino. En ook hoe heftig het voor haar moet zijn! Zo jong nog. Hoe moet je daar ook mee om gaan? Ze huilt in mijn armen en voelt zich daarna opgelucht. Ongelooflijk, hoe alles wegvalt wat niet belangrijk is op de Camino; leeftijd, wat je doet, werkt etcetera. Het gaat er alleen maar om wie je bent, echt bent van binnen. Al het andere valt weg. Ik ga lekker vroeg slapen, nadat ik nog even met mijn zusje bel, vanuit het stapelbed. Hihi.

Oh ja, vandaag ook nog een eind opgelopen met een Spaanse man, die gewoon twee uur ging wandelen, een vrachtwagenchauffeur, in het Spaans! Lukte best goed!
En nog een stuk opgelopen met een oudere man uit de Navy, niet de militaire tak: gesprek in het half Engels en Spaans, tot we midden in het bos, terwijl er al tijden niks te eten was of te drinken, de hippie plaats OASIS tegenkwamen, met hangmatten en de lekkerste fruiten en sappen: Verse watermeloenen, ananas, verse jus en nog veel meer!

Onderweg de berg op, nog voor de bossen, kom ik ook nog de Duitse …. tegen, die mij haar liefdesgeschiedenis vertelt, terwijl we de berg op hijgen. Het gaat zo wel een stuk sneller, terwijl je aan het praten bent en voor je het weet zijn we al de berg op. Ze vertelt me over haar vriend, die ze nog niet zolang heeft en ze weet niet goed, wat met hem te doen. Hij geeft haar zo weinig, eigenlijk vooral een rotgevoel en ze twijfelt zo erg. (Deze Camino lijkt wel erg over de Liefde te gaan, maar ja, wat in het leven niet?!) Ik zeg haar dat als het haar geen goed doet, waarom ze er dan mee door zou gaan, als het zo weinig fijn is? Ik zeg verder niet veel, maar al snel komt ze zelf tot de conclusie dat ze er echt mee moet stoppen. Dat ze veel te leuk is daarvoor. Ze loopt opgewekt voorbij en bedankt me hartelijk. En ik , ik klim en loop rustig verder. Blij dat ik op zo’n makkelijke manier iemand blij heb kunnen maken. Zonder er zelf echt iets voor te doen. Maar door er vooral te ZIJN.

Dag 15

Agès

richting Burgos (24 km): Samen lopen | zondag 2 juni, 2019

Weer vroeg wakker: ik ga om zes uur op weg met de zonsopkomst: Erg mooi! Zoveel vogels, zo’n mooi geluid en aan de horizon een rode gloed.

Onderweg bij een koffietentje kom ik de Deense Bo weer tegen, die bij me aan tafel komt zitten, terwijl ik weer tortilla, verse juice en een koffietje heb besteld. We lopen daarna een stuk met elkaar op en hij is nu veel minder verlegen dan anders. Hij vertelt volop over zijn werk in de zorg met mensen met een beperking en ook over zijn passie voor muziek! Hij hoopt ooit deze dingen te kunnen combineren, dat is zijn droom.

Vandaag kom ik steeds de Koreaans-Amerikaanse Juli-An tegen onderweg en uiteindelijk, terwijl zij graag alleen loopt en ik ook, lopen we samen op naar Burgos (en verdwalen nog wat in de stad). Ik wil misschien nog doorlopen, het is nog erg vroeg, maar Juli-An vraagt me of ik met haar in Burgos wil blijven, voor een feestje. En we hebben al 24 km gelopen tenslotte. Ook is het heel wat dat uitgerekend zij het vraagt, aangezien zij zo graag alleen loopt. Ik besluit te blijven. Dit is wel heel bijzonder en de kilometers komen later wel.

We drinken eerst wat in een fancy Spaans tentje, een biertje! Wat heerlijk smaakt en het is supergezellig! Langzaam stroomt het tentje vol en wij, op blote voeten, besluiten ergens anders te gaan eten/lunchen. Bij La Mafia wordt het verse zelfgemaakte pasta die fantastisch smaakt!! Ik geloof niet dat ik in dagen zo lekker heb gegeten! En het is heerlijk bijkletsen met Juli-An! Daarna gaan we naar de Albergue Municipal van Burgos, die erg groot is, met grote slaapzalen vol stapelbedden en opgeschoten jongeren. We relaxen nog wat op het stapelbed en gaan daarna douchen.

Wanneer ik alvast naar beneden ga, terwijl Juli-An zich nog aan het klaarmaken en optutten is voor een avondje uit, kom ik in de wachthal de Nieuw-Zeelandse David tegen. Hij zit naast me op nog geen twee meter en lijkt te zitten wachten op iemand. Net als ik. We raken aan de praat, hij blijkt de avond tevoren te zijn aangekomen in Spanje. Hij heeft vandaag Burgos een beetje verkend en wil ons graag meenemen op een soort van ‘tour’ door de stad. Als Juli-An even later naar beneden gaat, vindt ook zij dat een goed plan! 
David neemt het ‘tourguide’ zijn wel heel serieus en we moeten hem een soort van ‘volgen’, vrij dwingend, waar ik meteen van ga stuiteren en direct in een soort woordenstrijd met hem raak. ‘Volgen’ is nu eenmaal niet mijn sterkste kant en zeker niet op een resolute dwingende manier. Als David ons echter de kathedraal van Burgos laat zien, moet ik eerlijk toegeven dat het prachtig is en boven verwachting! Later vraagt David aan mij of ik altijd zo eigenwijs ben? “Ik? Nee jij?” En we moeten allebei lachen.

We gaan wat drinken in een kleine bar, waar ze heerlijke gefrituurde groenten hebben, en salade met pasta en heerlijke authentieke patatas bravas. En veel lekkere biertjes! Het is een heerlijk gekke avond, met Juli-An en David die helemaal los gaan! En ik? Ik zit er rustig bij en geniet ontzettend! Om tien over tien in de avond moeten we haasten om op tijd bij de albergue te zijn, omdat hij blijkt te sluiten om half elf! Ik kan wel dansen en voel me heerlijk na een avond vol grapjes en diepe gesprekken.

Juli-An en ik slapen in een kamer met dertig stapelbedden, ik bovenin. Ik slaap heerlijk, tot een van de jongeren naast me ontzettend hard begint te snurken: Leve de oordoppen, die ik bij me heb!

Zzzzzzzzzzzzz….

Dag 16

Burgos

richting Hontanos (31 km): Een anker leggen | maandag 3 juni, 2019

Om 5 uur in de ochtend sta ik op. Ik zie Juli-An nog, maar zij heeft al besloten de ochtend in elk geval in Burgos te blijven, omdat ze nog van alles moet regelen, ook voor haar man en zoontje die later overkomen. Om kwart voor zes vertrek ik via de achterdeur, met een paar andere pelgrims. De hoofddeur is nog op slot. Het lijkt wel een gevangenis, haha. Veel jongeren ook in dit hostel. En het goedkoopste van de stad. Zou dat het zijn??

Het is donker als ik de stad uitloop, dus loop ik achter de Argentijnse Jorge aan, een superaardige man die al vanuit Rome is komen lopen met zijn vriend voor een project voor kinderen in Argentinië. Als ik naar de wc moet, is het al lichter. Ik ga ergens in de bosjes zitten en loop het verdere stuk alleen. Ik moet erg veel huilen onderweg. De drank en gezelligheid van gister en nu weer de eenzaamheid? Verdriet om mijn stuk gelopen relatie? Ik weet het niet goed.

Dan kom ik bij het eerste barretje waar ik stop, na al de velden, David weer tegen. Hij had op me gewacht bij het hostel in Burgos om zes uur, tot kwart over zes, toen is hij vertrokken. Ik dacht dat hij een grapje maakte gisteravond?! Ik heb op deze hele camino nog geen echte afspraak gemaakt. Ik leg een hand op zijn rug: het voelde als iets wat ik moest doen, en het woord ‘comforting’ komt in me op. Hem ‘comfort’ bieden. Zijn vrouw is twee jaar geleden overleden aan kanker en zijn verdriet en verwarring is nog goed te voelen.
Het is gek, maar als ik die hand op Davids rug leg, geef ik tegelijk ook mezelf ‘comfort’, een fijn rustig gevoel.

David gaat wat ontbijten en ik loop verder. Ik loop een heel stuk op slippers en dat gaat gek genoeg prima! Zelfs andere pelgrims worden erdoor aangestoken. Even niks om je voeten en het voelt lekker. Het is best warm vandaag en ik kom het Franse meisje, Orilli, weer tegen, waar ik de vorige keer ook mee in de hitte heb gelopen. Ze heeft net haar vriendin verloren aan kanker en haar geholpen. Mooie gesprekken. Maris uit Parijs (komt uit de Verenigde Staten) van wie de vader nu kanker heeft, kwam er ook bij en ze raakten in gesprek: Orilli en Maris. Dezelfde onderwerpen op de Camino, verschil in tijd. Mensen/dierbaren verliezen, liefdesverdriet. Rakend.

In Hontanos bij de eerste herberg zit David de Nieuw-Zeelander klaar met bier en zwaait enthousiast als ik aan kom lopen. We zitten allemaal bij elkaar met bier en cola en David gaat een groot glas bier voor me halen. Ook met de Duitse Malin: ze is net gestart met de Camino. En Maris en Orilli. Het is heel gezellig en ontspannen en het is heerlijk om naast David te zitten. Het doet me goed, alleen al naast hem te zitten en zijn aanwezigheid te voelen. Ik geniet volop van de heerlijke gesprekken en gezelligheid.

David en ik doen yoga op het grasveld met grappige eighties muziek. We kletsen veel en moeten ontzettend lachen. Het is heel fijn.
Dan lopen David en ik een stuk omhoog de zanderige berg op, op zoek naar een zwembad, in de hitte. Boven op de berg vinden we geen zwembad maar wel twee stoelen. We gaan erin zitten en David doet een oefening bij me van Feldenkrais, zijn werk in Nieuw-Zeeland. Ik moet voelen en in mijn buik voel ik een blokkade. Wat als deze er niet zou zijn? Vrijheid. Anker: als ineens de blokkade weg zou zijn, angst en schiet je lichaam terug in een kramp. Anker is ons pap.

Later eet ik heerlijke macaroni in mijn up en schrijf wat. David schuift aan bij het pelgrimsdiner, maar ik heb geen behoefte aan mensen nu. Het is heerlijk zo, eten, een biertje en schrijven over de dag. En ik ga slapen in mijn lekkere stapelbed tussen de andere pelgrims.

Dag 17

Hontanas

richting Boadillo del Camino (30 km) | dinsdag 4 juni 2019

Heel aparte, bevrijdende dag! Om 5 u wakker en vertrokken. Maar het is nog heel donker met sterren. Ik denk aan het boekje dat thuis ligt:

Las Estrellas solo brillan cuando el cielo esta oscuro.

Midden in Hontanas allemaal jonge Koreanen die om vier uur waren vertrokken uit San Bol, dorpje vóór Hontanas. Ik loop door, het dorp uit en kom in de natuur. Het is er nog pikkedonker en de vleermuizen vliegen rond mijn lamp. Ik weet niet of ik verder durf en besluit dan toch maar te wachten op anderen. Die komen. De Koreanen. En José, een jonge knappe Spanjaard, komt naast me lopen. Hij heeft in Sydney gewoond en vertelt een heel verhaal over de verbroken relatie met zijn vriendin. Het was te moeilijk en niet goed voor hem. Hij had er angstaanvallen van gekregen en is nu boos op zichzelf dat hij er zo lang mee was doorgegaan. Niet boos zijn op jezelf, bedenk ik. (Ik kom vandaag allemaal mensen tegen die boos zijn op zichzelf.)

Bij het bergop lopen vertel ik ook mijn verhaal en hij begrijpt het. Hij heeft zelf een depressie gehad nadat hij zijn vader verloor toen hij nog heel jong was. Nu is zijn verkering uit en zijn vrienden begrijpen hem niet. Ik herken het wel. Als je in de problemen zit merk je pas wie je vrienden echt zijn. Hij zegt wijze dingen waar ik veel aan heb ik mijn situatie.

En dan schreeuw ik keihard bij het oplopen van de berghelling. Hij ook. En dan weer samen. Zo heerlijk. Twee oudere mannen uit de U.S., Joe en Dave, schrikken ervan. José zegt: we hebben hen laten schrikken. Boven op de heuvel komen we David uit Nieuw Zeeand weer tegen. Ook weer samen schreeuwen. Hij begint te huilen. Ik leg mijn hand op zijn rug, I comfort you. En houd hem even vast. Maar ik voel mezelf niet verdrietig worden, blijf zelf blij. Boven op de berg: koffiestop. Heerlijk.

Omlaag lopen met José de Spanjaard en ik. Vroeger als kind moest ik altijd van heuvels afrennen! José begint te rennen en ik ook: heerlijk. Bevrijdend! Dan maakt José een sprong in de lucht. Hij is ineens niet meer zo droevig.

Daarna loop ik nog een stuk samen met David NZ, maar ik krijg grote behoefte in het wuivende graan in de zon te gaan liggen. Uiteindelijk doe ik het. Hij loopt door en vertelt me later dat hij ‘t ook had gedaan, in ‘t gras gaan liggen bij de rivier.

Ik loop verder en kom Knut tegen, een Denemarkse man. Mooie verhalen. Ik vertelde dat ik de camino was gaan lopen vanwege het boek van Paolo Coelho: ‘De pelgrimstocht van Santiago’. Hij haalde het boek uit zijn rugzak en liet het zien.

Hij vertelde dat hij elke dag om dezelfde tijd de oefeningen van het boek deed. Zoals de oefeningvan ‘t zaadje en opnieuw geboren worden, en vertelde dat hij het zo moest gaan doen, om 11 uur. Ik vertelde dat ik het wel met hem wilde doen. Hij ‘n plekje in de natuur gezocht. In babyhouding op de grond gaan zitten en wachten tot je de zon voelt en je van binnenuit wil groeien. Het duurde even, maar ik kon voelen dat ik van binenuit naar de zon wilde bewegen en omhoog ging, en dat je dan uiteindelijk gaat schreeuwen. Het voelde heerlijk! Knut hoorde ik al eerder schreeuwen.

Na deze oefening geen voelde hij meestal geen pijn meer in zijn benen, voeten en lijf. Het klopte. Ik voelde me herboren en had energie voor tien.

Ik liep verder en kwam David van NZ tegen die ik dit verhaal vcertelde. We bleven elkaar maar tegenkomen. Even weer alleen en toen zag ik ‘m boven op de berg staan met iemand, naar het uitzicht kijken. Mijn lijf bewoog er als vanzelf naar toe en we keken naar het uitzicht en praatten wat met de jongen. De jongen liep door en David NZ vroeg of ie alvast een hostel zou boeken in Boadillo del Camino, zodat we geen haast hadden.

Heerlijk verdergelopen in de zon tot we bij de Albergue in Boadillo del Camino aankwamen. José, de jonge Spanjaard, was er al en gaf me een dike knuffel. David NZ ging een groot glas bier voor me halen en we proostten met de Koreaanse Robin, een Koreaanse jongen en José. David had voor iedereen een ketting en ik kreeg er een met ‘infinity’, precies de ketting die ik in Nieuw Zeeland had in het groen, maar die ik was kwijt geraakt. Er was ook een oudere Spaanse man die massages met klankschalen gaf op het grasveld bij het zwembad. José had zich laten behandelen en vertelde hoe deze massage hem open had gemaakt. Daarna nog in het zwembad gesprongen met David NZ en José, koud maar heerlijk. Bij het eten in de Albergue werd ik misselijk en ben toen een rondje gaan lopen om even tijd voor mezelf te hebben. Daarna ben ik met rustige muziek gaan slapen.

Dag 18

Boadillo del Camino

richting Carrión de los Condes (26 km) | woensdag 5 juni 2019

Om 5 uur opgestaan. Iedereen was verzameld in de woonkamer. Het regende en ‘t was nog veel donkerder dan anders rond 6 uur. Knut, de Denemarkse man gaf me nog een dike knuffel. Heel fijn. Dunne plastic poncho aan over alles, tas, en gaan. Samen gelopen met een Braziliaanse man, Gorges, dacht ik, een grote sterke man. Hij liep de camino voor het geloof, de cultuur, de natuur, en zichzelf. Had een gezin met kleine kinderen. Zijn vrouw wilde niet meelopen, dus hij ging alleen. Over Paolo Coelho gesproken. In Brazilië waren zijn boeken niet zo populair, en zelf vond hij ook de teksten van zijn liedjes veel beter. De Braziliaan heb ik door laten lopen en verder vooral veel oudere mensen gezien en ontmoet, waarschijnlijk omdat ik een andere route had genomen voor een kort stuk, wat ik niet door had.

Ook José, de Spaanse meditatieman, nog ontmoet in een klein barretje waar iedereen ging schuilen voor de regen. Hij kwam bij me aan tafel zitten, vertelde over zijn zoon met autisme en ik vertelde dat ik met autistische jongeren werkte. Hij sprak alleen maar Spaans, maar ik kon hem volgen.

Later ontmoette ik David weer en we zijn samen doorgelopen naar Carrión de los Condes. Hem vooral laten kletsen en geluisterd. Albergue/Monastry. Allebei een aparte kamer. Er bleken bed bugs in het bed te zitten, de eigenaar geloofde me eerst niet, maar we kregen ons geld terug en zijn weer vertrokken. In een ander hostel betaalden we 30 euro per person, maar daar was het tenminste schoon. Daarna nog outdoor spul gaan kopen en Knut weer tegengekomen. Samen uit eten en ik kreeg spaghetti van Knut.

Dag 19

Carrión de los Condes

richting San Nicolas del Real Camino (35 km) | donderdag 6 juni 2019

Ik wilde weer alleen verder. Het hele lange stuk van 17 km, waar niks te zien is, gelopen met een vrouw uit Engeland. Heel veel gekletst en verteld over mezelf.

Halverwege gestopt bij een caravan met lekkere dingen.

Daarna weer alleen verder, tot ik een eind verder de twee oudere Amerikaanse mannen weer tegen kwam die gisteravond ook bij het eten waren met David. Een had in Nederland gewoond en had een Nederlandse vrouw. Samen iets gedronken en daarna snel weer verdergelopen. Ik kwam door gekke verlaten dorpjes waar ik me niet goed voelde.

Terradillos de los Templarios voelde heel gek aan, alsof daar iets ergs was gebeurd. Gekke energie. Toch even gestopt voor een ijsje en wc. Ik zag Ali uit België weer en ook de jonge Spaanse jongen José, die met de meditatieman aan tafel zat. Even ‘hallo’ gezegd en weer verdergegaan. Het werd kouder en begon heel hard te waaien in de open velden. Was best eng. Ik was voor het eerst een beetje bang. Weer verder door een gek dorpje met allemaal een soort van ondergrondse woningen. Doorgelopen in heftige stormachtige wind tot ik eindelijk aankwam bij de Albergue in San Nicolas.

 

 

Superleuke, kleine, gezellige Albergue in de natuur, precies wat ik ‘wou’. Even later begon het te regenen, dus mooi op tijd binnen. De man van het hostel vertelde dat er meer zuidelijk in Spanje een soort tornado huishield. Ook de jongen, die in het hostel van Belorado knieproblemen had, was er. Hij had vandaag 51 km gelopen!? En het ging nog goed ook, zei hij. Ook Gill, een lieve Amerikaanse weer ontmoet. Uitgenodigd voor wijn door een Spaans sprekende man uit Mexico. Naast me zat een jongen uit Duitsland, Lasse, die ik al meerere keren had ontmoet en waarmee ik nu voor het eerst echt mee heb gesproken. Hij had vier jaar in Groningen en Amsterdam gewoond, en sprak een beetje Nederlands. Gezamenlijk vegetarisch pelgrimsdiner: super. Ook gezellig. Iedereen stelde zich voor enz.

Dag 20

San Nicolas del Real Camino

richting Calzada del Coto/Reliegos (12/13 km) | vrijdag 7 juni 2019

Vrij laat begonnen met lopen. Het was koud, erg koud en saaie wegen. Gelukkig kwam ik Ali uit België tegen. Bijzondere gesprekken met hem over vorige levens en dat hij herinneringen had die hij niet kon hebben. Het bleef koud en we hebben ons opgewarmd in een heerlijk warm café met koffie en een broodje. Toen weer verder, tot de route zich splitste. Ali wilde een andere route dan ik, maar ik ben met hem meegegaan. We passeerden een klein dorp en ik had net besloten de bus of een taxi te nemen omdat ik ook de 35 km van gisteren erg voelde en ik me een beetje ziek begon te voelen, koud en rillerig, hoofdpijn, keelpijn. In een café in Calzada del Coto taxi gebeld om me naar Reliegos te brengen, waar mijn tas al op me wachtte. Afscheid genomen van Ali en een geluksster van hem gekregen.

Taxi naar Reliegos, heerlijk. Privé kamer en privé badkamer. Super. Alleen maar geslapen, hele middag van 13 – 18 uur. Daarna voelde ik me weer wat beter. Pasta gegeten en weer geslapen.

Dag 21

Reliegos

richting León (taxi) | zaterdag 8 juni 2019

Besloten vandaag ook een taxi te nemen omdat ik al om 12 uur op het treinstation moest zijn voor Mascha en Kees. En ik voelde me niet meer zo fit. Heerlijk ritje, aardige chauffeur.

Het was moeilijk om een hostel te vinden waar nog plaats was. Uiteindelijk vond ik de Albergue Municipal, die om 11 u zou openen. Net op tijd. Ik had te weinig cash en kreeg zes euro van aardige Amerikanen. Net op tijd op het treinstation voor Kees en Mascha. Beetje zenuwachtig en emotioneel. Toen ik Kees zag, tranen in mijn ogen. Wauw. Hij rende naar me toe en ik naar hem. Wat een liefde. Heerlijk. Wat een vriendin ook, die Mascha, om met Kees te komen. Springkussen in de stad, glijbaan. Spullen naar de Albergue gebracht.

Veel bekenden van de camino tegengekomen die mij nu zagen met Kees, waarover ik zoveel verteld had. Bo uit Denemarken, Lasse uit Duitsland die mijn telefoonnummer wilde, Gill en Knut, en de jongen uit België met zijn knie, die volgens Mascha gek op mij was omdat hij me nakeek en een dikke knuffel gaf, en met wie ik speciale gesprekken had gevoerd bij het Belorado-hostel.

Bij de kathedraal op een terras gezeten en pasta gegeten, Kees en ik. Mascha nog naar de supermarket voor lekkere dingen en eten. In de Albergue een hele consternatie met Kees die zich in de wc opgesloten had en het slot niet meer open kon krijgen.

Dag 22

León

Zondag in Léon – zondag 9 juni 20199

We moesten al rond 8 u uit de Albergue.

Een vroeg breakfast met Kees op schoot aan een grote tafel. Hij kreeg alle aandacht van de wereld. Daarna zijn we in een bar gaan zitten met onze spullen. Lekker koffie gedronken en genoten van Kees’ aanwezigheid. Daarna weer naar het springkussen en Kees durfde nu wel op de trampoline. Een lange rij, lekker op zijn Spaans, alles op zijn gemakje. Maar Kees komt aan de beurt.

Samen opa nog gebeld. En heerlijk aan Mascha kunnen vertellen over wat ik had meegemaakt. Zij stelde zoveel vragen en was heel enthousiast. ‘s Middags op het plein voor de Cathedral samen nog pasta gegeten en hen daarna naar het station gebracht. Kees moest heel erg huilen en ik heb verteld dat ik altijd in zijn hart zit en hij in dat van mij. En dat hij een zonnetje heeft in zijn hart dat alles verwarmt en overal licht op laat schijnen.

Ik moest erg huilen toen ik wegging. Dan kom ik de twee vrouwen tegen die ik eerder had gezien. Ze geven me dikke kussen en dat is net wat ik nu nodig heb.

Na het vertrek van Kees en Mascha geslapen in hostel Convent Garden, waar nu wel plek was.

Dag 23

León

richting San Martin del Camino (± 25 km) | Maandag 10 juni 2019

Rond 6u: fantastisch ontbijt. Gesprek met Juan van het hostel die vertelde dat zijn vrouw 7 jaar geleden was overleden. Zijn stem stokte. Knuffel gegeven

Rond 7 u vertrokken, maar kei koud. Nog in León zelf gestopt en daar heel lang ontbeten met koffie, thee en verse juice. En geschreven tot mijn arm er moe van was. Daarna scheen de zon en was het heerlijk om te lopen.

Door saai industriegebied van León, maar dat maakte me niets uit omdat ik tijd nodig had om mijn hoofd leeg te lopen na al het mooie wat er dit weekend was gebeurd met Kees en Mascha. Lekker gelopen en nog contact gehad met Lasse, de jonge Duitse homo, die mijn telefoonnummer had gevraagd. Heel zachte jongen, met intense ogen.

Daarna zag ik José weer, de Spaanse meditatieman, samen met de jongere Spanjaard José, die ik overal tegen kom en waarmee ik had geschreeuwd. Even gekletst en hij zei dat ik er zoveel lichter uit zag dan de eerste keer dat hij me zag. Hij ging ontbijten en ineens liep ik samen met de oudere José. We raakten aan de praat, ook al kon hij alleen maar Spaans, en ik kon maar door blijven lopen, zoveel energie dat ik ongeveer 25 km niet hoefde te stoppen. We kwamen als eersten aan bij de Albergue Municipal in San Martin. Ik had eigenlijk een andere route gepland, maar zonder erg was ik op deze beland. En die was nog veel korter ook.

Ook de jongere Belgen waren er en de jonge Amerikaanse meiden. Gesprek met een superaardige en verlegen Koreaanse man, over voetbal en meditatie. Daarna masseerde José mijn voeten en benen, en deed hij de meditatie met de klankschalen. Het voelde heel heftig en hij raadde me aan om het een paar dagen kalm aan te doen.

Gezamenlijk diner met iedereen, en één minuut stilte voor de Nederlandse vrouw/pelgrim die was omgekomen in een auto-ongeluk. Het was daarna heel gezellig met z’n allen en heel lekker eten, soep, salade, hoofdmaaltijd, meloen, toetje. Daarna buiten op het stoepje nog zitten kletsen met de oudere José, de Belgen en de jongeren. En in de tuin nog een facetime gedaan met Kees.

Dag 24

San Martin del Camino

richting Astorga (25 km) | dinsdag 11 juni 2019

Samen gelopen met de oudere José en met de Italiaanse jongen. We ontmoetten Ricky uit Denemarken en zij liep een stuk met ons mee. Weer bijna zonder te stoppen doorgelopen, samen met nog drie oudere Spanjaarden.

Verder heel de weg wat lopen kletsen en muziek luisteren. José zei nog via de vertaal app van Kiora dat ik het de komende dagen rustig aan moest doen vanwege het verwerken van de massage/meditatie.

Bij het grote kruis vóór Astorga ging Ricky weer alleen verder. Ze vond het lastig om langzamer te lopen.

Een tijdje later kwam ik Kerstin weer tegen, de Duitse vrouw waarmee ik eerder al gepraat had toen we bergop liepen naar Agès en die me had verteld over de problemen met haar autistische man. We waren blij elkaar wéér te zien. De jonge José riep dat we door moesten lopen, beetje raar. Na een tijdje hebben we hen maar laten gaan.

In Astorga kookte Kiona spaghetti en courgette met salade. Daarna heb ik nog een tijdje gekletst met Kerstin en ben ik de stad in gelopen. Ik had er behoefte aan om alleen te zijn, miste Kees en voelde me verdrietig. In een winkeltje iets gekocht bij een mevrouw uit Zweden die met haar gezin naar hier was verhuisd en op een ecologische boerderij leefde. Toen ik terug was heb ik tegen de twee José’s en tegen Kiona gezegd dat ik niet bij het eten zou zijn ‘s avonds, en dat ik de volgende morgen weer alleen op pad zou gaan. Hen bedankt voor al het moois dat ze me hadden gegeven, dikke knuffels gekregen en vroeg naar bed.

Een tijdje later kwam ik Kerstin weer tegen, de Duitse vrouw waarmee ik eerder al gepraat had toen we bergop liepen naar Agès en die me had verteld over de problemen met haar autistische man. We waren blij elkaar wéér te zien. De jonge José riep dat we door moesten lopen, beetje raar. Na een tijdje hebben we hen maar laten gaan.   

In Astorga kookte Kiona spaghetti en courgette met salade. Daarna heb ik nog een tijdje gekletst met Kerstin en ben ik de stad in gelopen. Ik had er behoefte aan om alleen te zijn, miste Kees en voelde me verdrietig.  In een winkeltje iets gekocht bij een mevrouw uit Zweden die met haar gezin naar hier was verhuisd en op een ecologische boerderij leefde. Toen ik terug was heb ik tegen de twee José’s en tegen Kiona gezegd dat ik niet bij het eten zou zijn ‘s avonds, en dat ik de volgende morgen weer alleen op pad zou gaan. Hen bedankt voor al het moois dat ze me hadden gegeven, dikke knuffels gekregen en vroeg naar bed.

Dag 25

Astorga

richting Foncebadón (26 km) | woensdag 12 juni 2019

Vroeg wakker, opgestaan en heel lekker op mijn gemak gelopen. Ik wilde meer van de hoofdroute af gaan, de mainstream van de pelgrims ontlopen en in kleinere dorpjes slapen. Overal koffie gedronken, en ontbeten met Ilja uit Eindhoven, en Moria, de Spaanse die in Ierland woont. En een Amerikaanse vrouw die de camino liep met haar vader. Ze had het eerder gedaan met haar moeder, maar die was overleden. Ik kwam de jonge José weer tegen bij elke bar en hij grapte dat hij de bar-o-camino liep.

Op de stukken dat ik alleen liep veel dieren gezien en ook een grote groene hagedis, die stil bleef zitten voor een foto. Mooie bergweggetjes omhoog. Prachtige uitzichten. Ik wilde ergens in Rabanal del Camino slapen, maar het was er veel te druk. Daarom doorgelopen naar Foncebadón. Ik had gereserveerd in Albergue il Iraqo, maar besloot niet mee te eten met de groep.

Ik voel me heel raar nu (16 u). Moest net denken aan het boek van Paolo Coelho, waarin hij schrijft dat hij in Foncebadón aangevallen wordt door zwarte honden, zijn eigen donkerte. Ik ben op de zolder even op bed gaan liggen om te mediteren, maar dat lukte niet omdat er Italianen superluid en onrespectvol aan het praten waren, keihard alsof de hele zaal van hen was. Ik heb slecht geslapen.

"De ober kwam net langs en ging ‘Fawlty Towers’ nadoen. Haha. Very funny."

Biertjes besteld – 1906 – special bier. En met ruim drie biertjes op met Caroline vanuit Molineseca naar Ponferrada gelopen. Het ging buiten verwachting goed.

Net vóór Ponferrada Marina uit Zwitserland ontmoet. Ze liep erg hard en zag eruit als een warrior. Later hoorde ik van Bo dat ze op haar vijftiende haar vader had verloren en er toen niet voor hem kon zijn. Ze had daar twintig jaar mee gezeten en liep daarom nu de camino.

Caroline had een ander hotel jammer genoeg, ik moest nog verder. Mijn telefoon viel uit. Waar is het hostel? Een stukje de verkeerde kant op gelopen, zag een Tourist Office en ben daar geholpen.

Superaardig ontvangen in hostel La Roza Azul door een grote stevige negervrouw die me een dike omhelzing gaf. Zó fijn was dat. Eigen Privat Room, omdat ik zo slecht had geslapen vannacht vanwege de rumoerige Italianen had ik ‘s nachts al een ‘privat room’ geboekt. Heerlijke kamer, heerlijke douche en wasmachine! Viel om 18u in slaap, tot de volgende dag.

Dag 26

Foncebadón

richting Ponferrada (27 km) | Donderdag 13 juni 2019

Ontbijt in ‘El Iraqo’, heerlijk, cornflakes voor de verandering, met melk en heerlijke koffie. Wat een rare dag was het gisteren. Alle andere dagen van de camino heb ik me alleen maar goed gevoeld.

Ik zat alleen aan een tafel en Kiora, de verlegen Koreaan, kwam bij me zitten. Hij vertelde dat hij veel bezig was met het Boeddhisme en meditatie, en dat hij hier op de camino ‘angst’ had ontdekt. De angst om zijn familie kwijt te raken. Dat zijn familie hem zo dierbaar was. En dat hij sindsdien zijn vrouw en kinderen elke dag belde. Zijn verhaal raakte me zo dat ik er de tranen van in mijn ogen kreeg. En ik voelde mezelf ook intens verdrietig.

Toen liep ik de deur uit, tegelijk met een Amerikaanse vrouw. We stelden ons aan elkaar voor, en meteen begon ze te huilen. Ze wist niet waarom. Daarna begon ik ook te huilen, of tegelijk, superraar. Misschien dat je het ijzeren kruis, het Cruz del Ferro, al kon voelen, met al zijn energie, zoals David later zei. Zij, Caroline uit Californië, was net gescheiden na meer dan 25 jaar huwelijk en vertelde haar verhaal.

Nu komt de ober naar me toe en zegt: ‘You’re writing a book, yes, very famous’. En dan weer: ‘You’re writing a book, very famous.’ Superraar. En toen liep hij weer weg. Gek genoeg zei ik vandaag nog tegen Gary die ik weer was tegengekomen, dat ik altijd al een boek wilde schrijven, en dat ik dat misschien wel ging doen na de camino. Hij wist wel een goeie titel: ‘Free love on the Camino’. Hihi.

Ik heb zo’n gigantische behoefte om me te uiten, in alles wat ik doe.

Tot aan het kruis veel gehuild. Bij het Cruz del Ferro gevoeld wat een sterke energie daar is. Ik wilde daar een tijdje blijven. Caroline ook. En dat hebben we gedaan.

Daarna kwamen we Gill uit Amerika tegen. Caroline vertelde dat ze haar heel openlijk had zien huilen en dat zed dat zo knap vond. Toen pas herkende ik Gill en heb ik haar een dikke knuffel gegeven. En weer even gehuild samen. Ook José en Kiora kwamen voorbij, ook hen even vastgepakt.

Verder de hele dag doorgelopen met Caroline. Dat ging als vanzelf. Hele weg gekletst, hele verhalen van het leven gedeeld en verteld. En dromen. Caroline: Portugal, Porto, Vespa, rond Europa, misschien Amsterdam. Ik: met de ezel en Kees van Santiago naar Finisterre in oktober; misschien huis onderverhuren en wonen in een camper; misschien komend jaar op kleine wereldreis met Kees omdat hij toch dit kleuterjaar overdoet, naar Réunion, eiland bij Madagascar, of naar Madagascar (veel apen en dieren) en Bali; en Faroe Islands tussen Schotland en IJsland.

Mooie foto’s gemaakt en uitzichten. Verhaal verteld over David en Transformation. Later ook heel veel moeten lachen.

In Molinaseca, een prachtig dorpje aan de voet van de berg, met z’n vieren heerlijke biertjes gedronken op een terras en een ijsje gegeten. Italo uit Brazilië ontmoet. Kletsen en bleef plots toch daar, echt heerlijke energie in dat dorp. Helaas had ik al een kamer gereserveerd en Caroline’s tas was naar Albergue in Ponferrada gezonden. Italo vertelde dat hij ook erg moest huilen bij het kruis. Drie dagen voordat hij aan de camino begon was hij gescheiden van zijn vrouw waar hij al heel lang mee samen was. Maar met elke stap die hij zette voelde hij meer liefde voor haar. Ik moest huilen. En vandaag had hij besloten dat hij haar terug wilde omdat hij van haar hield. En dat zij ook de camino moest gaan lopen. Ik vertelde over Kees en dat hij over was gekomen in León. En toen moest hij huilen. (Zoveel mannen zien huilen op de camino.)

"Liefde is het enige dat groeit als het wordt gedeeld."

Dag 27

Ponferrada

richting Cacabelos (17 km) | Vrijdag 14 juni 2019

Pas rond 8u wakker! Kei goed geslapen. Ontbijt in het centrum van Ponferrada. Een meisje uit Duitsland, dat net begon met de tocht en er heel zenuwachtig voor was, kwam bij me aan tafel zitten.

Ze ging over twee weken verhuizen naar Zwitserland, maar had het gevoel dat ze dit moest doen. Ik heb verteld hoe de tocht voor mij was, en wat die had betekend. Hoe special en bijzonder het was en hoe anders dan ik had gedacht.

Pas rond 10 u vertrokken. Jammer dat Caroline de bus ging pakkenom snel uit Ponferrada te komen, omdat het lelijk was. Het was zó heerlijk om met haar samen te lopen. Maar ook goed om weer alleen op weg te zijn.

Kwam nog Stef, de Belg, en zijn vriend tegen, en een Amerikaanse jongen. Zij gingen samen een biertje drinken en ik lekker cola. Ze nodigden me uit bij hen te komen zitten, dus dat even gedaan. Besloten om maar een klein stukje te lopen en van de grote groep af te gaan. Iedereen stopt in dezelfde plaatsen omdat die in de gidsjes staan aangegeven. Terwijl, als je in een klein dorpje, daarvoor of daarna stopt, het veel rustiger is.

 

In een Albergue Municipal gaan slapen. De albergue is om de kerk heen gebouwd, met aparte compartementen van twee bedden. Ik was er met een Zweedse vrouw, die ook leeft in co-ouderschap en kinderen heeft van 14 en 16 jaar. Zij gaat een studie doen in Duitsland, zal haar kinderen een jaar niet zien, maar hun vader zorgt voor hen, en zij zal vaak op vakantie gaan om hen te bezoeken.

Pizza gaan eten, superaardige ober. Er zat nog een ouder stel, een Amerikaan en een Nederlandse vrouw, getrouwd met iemand anders, gingen met elkaar Santiago verkeerd om lopen. Nadat ze elkaar eerder op de camino hadden ontmoet.

Kwam jonge mensen tegen, jongen met blonde krullen en een donker meisje met een grote bos krullen. Heel aardig.

Lekkere douche en de was gedaan onder de douche. Gefacetimed met Kees, die bij pap was. Vroeg wakker, op tijd vertrokken, rond 6/7 u.

Oh ja, nog massage bij osteopaat geregeld voor stijve benen. ‘Mooie benen heb jij’ zei hij, ‘goeie loopbenen’.

"Mooie benen heb jij" zei hij, "goeie loopbenen."

Dag 28

Cacabelos

richting Ambasmestas (24 km) | zaterdag 15 juni 2019

Vroeg vertrokken dus. Na twee km lopen gestopt in Pieros. David ahad gisteren geappt dat dat leuk was, lekker vega eten. Nu riep een man mij door een raam naar binnen: ‘Hé Peligrina!’ (ik vond hem niet zo, die Italiaan, beetje opdringerig). Donativo, met leuke knappe jonge fransman, die ook de camino had gelopen.

Twee heerlijke koppen koffie gedronken met yoghurt en friet: wauw. Heerlijk gekletst ook, gesprekken over ‘raar’ doen op de camino en hoe donativo’s werken. Ik had boven op een berg gegeten in een Donativo: met watermeloen en al, verse juice, koffie, hangmatten. Maar ik had maar 30 cent bij me, en alleen groot geld. Dus gaf ik 30 ct. De vrouw van de donativo zei: ‘Hé, waarom geef je maar 30 cent?’ Ik zei dat ik niet kleiner had. Zij zei dat ze wel kon wisselen. Ik snap niks van Donativo’s. Er staat altijd bij dat je mag geven wat je wilt. Ook niks, als je niks hebt. Het blijkt dus een commercieel dingetje te zijn. Ze hoeven geen belasting te betalen als ze een donativo zijn.

Vertrokken en vijf euro gegeven. Buiten kwam ik de wat oudere Italiaan Armando tegen, die foto’s van mij ging maken. Samen een heel stuk opgelopen, heel persoonlijke verhalen gedeeld en onderweg nog een koffietje gedronken. Hij sprak geen Engels, dus heel diepe gesprekken via vertaal-app op de telefoon, waarbij je kon inspreken en dan sprak de telefoon het in de andere taal terug. Ik moest keihard huilen ineens. Hij hield me vast en omarmde me, boven op de berg.

Hij had ook liefdesverdriet van een vrouw die een beetje te ‘veel’ was to handle: manisch-depressief en wisselende stemmingen. Maar hebben we dat niet allemaal?? Hij hield wel heel veel van haar en wilde met haar bij de zee gaan wonen, zodat het rustiger was voor haar. Wat een schattige man, vol emotie, een echte Italiaan.

Stuk met hem opgelopen. Kwamen toen een Amerikaanse jongeman tegen, die Armando ook nog kende van het begin van de tocht. Die moest hard lachen om de vertaal-app en vond het fantastisch. Na een tijdje heb ik hen samen verder laten lopen. Zij liepen toch sneller en ik wilde even alleen zijn.

Ik was zo emotioneel en weet niet goed waarom. Moest de hele tijd huilen. Dan is het wel fijn om alleen te lopen. Ook huilen om het verlies van ‘in love’ zijn, hoe fantastisch dat was, ook al was het misschien te symbiotisch. Route via de weg gekozen omdat het korter was. Wel tussen prachtige bergen. Ineens pijn in mijn knie, alsof er met een mes ingestoken werd. Het lijkt wel of emoties samengaan met je lijf: veel huilen, meeste emo-dag op de camino. Ze zeggen dat:

– eerste fase camino is fysiek
– tweede fase camino is mentaal (meseta)
– derde fase camino is emotioneel.

De derde fase vind ik duidelijk het lastigst/heftigst. Mentaal ben ik sterk en fysiek ook. In de mentale fase (door de meseta) was ik gewoon heel heel blij. Je bent je emoties niet.

Besloten meteen te stoppen met lopen en een albergue te zoeken. Na een niet zo leuke, een stukje doorgelopen en aan het einde van het dorpje Arbasmestas vond ik een prachtig uitziende albergue. Ik naar binnen en daar was meteen een superaardige man, die meteen alle twijfels weg nam, mocht ik die nog hebben! Tien euro maar voor een bed, superschoon, met schone lakens en zelfs handdoeken. Ik was de enige. Ze gingen nog een vegetarische maaltijd voor me maken met pasta en salade en groente, voor acht euro. Wauw. Super klonk dat.

En de badkamer: wauw: een echte, met alles en superschoon. En je kon de deur op slot doen zodat je je niet hoeft te wurmen in een of ander small douchehokje met kleren die ook half nat worden.Heel fantastisch gedouched en daarna heerlijk in een schoon bed muziekjes geluisterd. En veel gehuild. Was heerlijk. Heel reinigend en opluchtend.

Toen kwam er een jongen en ik baalde een beetje want ik dacht de enige te zijn in de albergue, wat wel eens een keer heel lekker was. En het was dus ook een goed idee om in kleine dorpjes te stoppen ipv de grotere waar iedereen stopt.

Hij zei meteen in het Engels: ‘Je zult wel balen dat je de enige niet meer bent.’ En ik zei voor de grap: ‘Ja, inderdaad.’ En hij zei: ‘Ja. Snap ik.’ Toen heb ik verteld hoe fijn de badkamer was en is hij ook gegaan. Zo had ik nog even rust.

Toen hij terugkwam, diepe gesprekken gehad over relaties en liefde. Hij had net telefonisch zijn relatie uitgemaakt, het zat er al lang niet in, en op de camino iemand anders kort ontmoet, een Deense (hij was Duits). Maar hij werd ziek, verkouden, griepachtig, en moest een paar dagen rustig aan doen. Wat ik ook had, net voordat Mascha en Kees kwamen, toen ook een hele middag op bed gelegen. Het lukte hem niet meer om korte oppervlakkige gesprekken te voeren met pelgrims (waar kom je vandaan? waar ben je de tocht begonnen? etc.) en vond het gesprek met mij wel fijn. Ik vertelde meteen dat ik een heel emotionele dag had en veel had moeten huilen zonder te weten waarom. Dat mijn knie toen ook ineens zeer was gaan doen. En dat ik net daarvóór in het dorpje liep en een meisje/vrouw tegen mij riep: ‘Volgens mij kun jij wel een pauze gebruiken.’ Mijn knie deed inderdaad zeer en ik besloot meteen te stoppen. Ik ging naast haar zitten en we kletsten wat. Ze had al vaker de camino gelopen en kwam, meen ik, uit Duitsland. Ik ijsjes en cola gekocht en uitgedeeld. Lekker fris. En toen in deze albergue aangekomen.

Samen heerlijk gegeten, salade, groente en pasta. En Kees gefacetimed, die bij opa en Nel logeerde. Zij zaten lekker buiten in de tuin. Was heerlijk om te doen.

Dag 29

Ambasmestas

richting Fonfria (17 km) | Zondag 16 juni 2019

Vroeg opgestaan om weer mijn eigen weg te kunnen gaan, vandaag over de berg ‘O Cebreiro’. Snel vertrokken. Na twee km kwam ik erachter dat ik mijn portemonnee was vergeten. Balen. Ik mocht mijn tas in de garage van een groot huis van een oma stallen en een andere vrouw liep met me mee. Gelukkig was de Duitse jongen er nog, was de deur open, en lag de portemonnee er nog.

Door dorpje ‘Vega de Valcarce’ gelopen en van daar naar ‘Las Herrerias.’ Ik had de pas er goed in. Vandaag was de dag naar de top ‘O Celebrio’, een hele klim. Mijn knie was best goed: een brace om en ingesmeerd met anti-inflammation crème, en stokken. Toen links, een steil stenen pad in.

En ook al stond er voor de fietsers een pijl rechtdoor, over de weg, ging toch een hele groep Italiaanse fietsers over het stenen pad.

Ik liep hard en zwetend in een hemdje de berg op en haalde de fietsers in, dan zij mij weer enz. Soms was het uitkijken, want dan gleden de fietsen terug over de stenen. Fietsen ging soms wel, soms niet. Ik voelde de kracht in me en rook de mannelijke testosteron van de fietsers. Ik irriteerde me ook wel: waarom zijn ze niet over de weg gegaan? als ze me weer in de weg liepen, slepend met hun fiets. Maar ik kon me ook wel voorstellen dat je als fietser je kracht wilde meten en het wilde proberen. Hé moto, riepen ze tegen mij omdat ik zo snel ging,

Judith filmpje gestuurd. Kees, Pap en Nel gefacetimed, lopend op de berg. Op naar de top. Prachtige uitzichten en vergezichten, en veel ‘geel’, bloemen, en je kon heel heel ver kijken. Maar ik wilde door. Op de top ‘O Cebreiro’ was het erg toeristisch. Ik kwam de Amerikaanse vrouw weer tegen met haar vader. Zij dronk bier, ik cola. Bang anders niet meer te kunnen lopen. Vrij snel weer vertrokken.

Ik kwam de Belg Ali weer tegen met een knappe Belgische vrouw. Ik zag Ali altijd met vrouwen, zei ik tegen hem. Hij was blij mij te zien. Van hem de ster gekregen die geluk bracht; hij zei dat ik het meer nodig had dan hij. Nederlandse jongen ontmoet die ook de camino had gelopen. Hij werkte daar tijdelijk in de zomervakantie, in de tuin en in de herberg, op de top van de berg. ‘Kijk eens om je heen’, zei hij.

Weer doorgelopen, ik kon niet goed stoppen, en weer een steil en lang stuk, wat ik niet had verwacht, ook nog een stuk gelopen met studenten uit Amerika van de studie Spaans en weer veel te hard de berg afgelopen. Met één jongen, met bril, erg wijs voor zijn leeftijd, lang gekletst over reizen die hij nog wilde maken en welke talen hij nog wilde leren. Leeftijd lijkt steeds meer weg te vallen op de camino, jong/oud, ik zie het verschil niet meer. Top berg/ uitzicht/ standbeeld ‘Alto de San Roque’, bronzen standbeeld van een pelgrim.

Daarna een stuk gelopen met een Fransman die geen Engels kon en al drie maanden aan het lopen was vanaf zijn huis. Hij vond het Franse stuk van de camino mooi, en hier minder. Echt wel chauvinistisch.

Daarna weer alleen verder, steile klim, eindelijk bij ‘Alto do Poio’. Top. IJsje en cola. Even zitten. Universiteits studenten uit Amerika vertelden dat ze niet niet in een gewone Albergue sliepen, maar in hotels. Ze vonden het wel jammer, maar het was volgens de organisatie veiliger. Toen weer door naar Fonfría: nog 6,4 km. Dat laatste stuk nekte me echt.

Ik kreeg steken in mijn knie en kon ineens bijna niet meer lopen, midden op een vlak stuk in ‘the middle of nowhere.’ Best erg. Beetje in paniek. Wat zal ik doen, als ik niet verder kan lopen? Hier overnachten, in poncho? En mensen/wilde dieren ‘s nachts? Héél voorzichtig, toch maar doorgelopen. Ik kon wel janken. Er was ook niemand meer. Eindelijk in Fonfría

Ik kwam bijna jankend binnen en zei dat ook tegen de superaardige jongeman van de albergue. Hij gaf me ijs voor mijn knie, verse juice en salade en tomaten en kaas. Ik hoefde niet mee te eten met de anderen. Heerlijke douche. Op de slaapzaal kennis gemaakt met een Nederlands meisje dat in het bed onder mij sliep, verteld wat de camino mij had gebracht. Daarna zag ik buiten weer de Amerikaanse vrouw met haar vader. Ik heb nog een wandeling gemaakt door het kleine boerendorp en de koeien mee opgejaagd naar de stal. Leuk. En toen lekker vroeg naar bed.

Dag 30

Fonfría

richting Perros (± 20 km) | maandag 17 juni 2019

6 uur opgestaan, ontbeten met verse juice en tostada. Héél langzaamaan gedaan vandaag voor mijn knie, met een brace, maar het lukte bijna niet om te dalen, ook niet met stokken. De tocht was wel heel mooi, door bossen en over veel mooie veldpaden.

Na een prachtige route naar beneden, met de bergen in de wolken, kwam ik in Triacastela. Waanzinnig. Het was er warm. Omdat het ‘t laatste dorpje was vóór 12 km niks, gestopt voor koffie in een cafeetje. Ook het Deense meisje met blond haar en de jonge jongen, die ik eerder ontmoette, zaten er. Even gekletst en weer vertrokken, over opnieuw mooie paden door velden en bossen, op en af. Lieflijk.

Een man die ik gisteren ook al had gezien, gaf me ongevraagd advies voor mijn knie. Je moet de stokken verder van je afzetten, zei hij, dan werken ze voor je. Het klopte.

Er zat ook nog een knappe man in een veld te eten. ‘Gaat ‘t?’ vroeg ik. ‘Ja, heerlijk’, zei hij. Een eind verder ben ik ook lekker in een veld gaan zitten en heb ik Lasse geappt. Was heerlijk genieten. Even de tijd genomen voor mezelf, wat gedronken, knie verzorgd, prachtig.

Langzaam tempo zorgt altijd voor mooie ontmoetingen en belevenissen: mooie les. Een tijdje samengelopen met een knappe verlegen Fransman. Kon weer geen Engels (zoals alle eerdere Fransen die ik ontmoette) en hij schaamde zich een beetje. Hij was al twee maanden onderweg vanaf zijn huis in de Ardèche. Bruin, gespierd, rustig, in zichzelf. Een lieve man waarmee ik mooie gesprekken voerde in het Frans, gewoon ook over het proberen een andere taal te leren, woordje voor woordje, ‘paso por paso’. Hij vond het een groot problem in Frankrijk, mensen kennen alleen Frans. Onderweg zagen we een ‘Donativo’ schuur met een superaardige en knappe jonge jongen, Simon. Hij zat vol met wijze uitspraken en gaf me stevige knuffels. Gratis koffie’s, heerlijke jam en koekjes etc. En: het mooiste toilet ooit in de natuur, zoals in Tibet. Ook het Deense meisje met blond haar zat er, de Fransman en de oudere Duitse vrouw met bril: bijzonder.

Simon raadde aan om een eindje verder ook naar het huis van de Alchemist te gaan kijken. Een beetje van de route af, zei hij, maar echt de moeite waard. Ik liep door over bospaden, de knappe Fransman was al vertrokken, en ondanks de pijn in mijn knie liep ik de vijf minuten extra voor het huis van de Alchemist. Mijn benen deden het, ze gingen als vanzelf.

De oudere Duitse vrouw met bril had gezegd dat ik er aan kwam en daarom hadden ze op me gewacht voor de rondleiding door Maja, een jonge vrouw met bril uit Slovenië.

Een groot gewichtig huis met een vuurplaats ervoor en natuurversierselen erin, een bank, sieraden, dromenvangers, waaiers in de wind. Er was een mooie meditatieruimte en boven op de gang hingen schilderijen, gemaakt van het poeder van kristal. Ik kan niet zeggen dat de schilderijen heel mooi waren, het waren meer een soort van natuurelementen. Maar de energie die ervan afkwam als je ervoor stond, was heel helder.

Toen naar het atelier van de Alchemist: een ruimte vol kleine potjes met schaafsels van kristallen. Ik vond er van alles van, vooral zonde dat die mooie kristallen fijnverpulverd waren, maar het ws ook indrukwekkend en maakte me nieuwsgierig. De Duitse was ook gefascineerd. De slaapkamers waren mooi, met een tweepersoons bed, en ook weer kristallen schilderijen. En prachtige uitzichten over bomen en bergen door het mooie raam.

Ik had al zo’n gevoel van ‘moet ik hier niet blijven?’ En al vrij snel wist ik het zeker: ik blijf hier. Het voelt zo goed en helder als ik door de gang loop en voor de schilderijen sta: heldere energie. Gezegd dat ik bleef. De Duitse vrouw wilde ook wel, maar had haar tas vanochtend al mee gegeven naar een verdere bestemming.

In hangmatten gehangen: een waar paradijs. Er kwam ook nog een jong meisje uit Amerika. Ze was hier per ongeluk terecht gekomen omdat ze de verkeerde weg had gekozen. Maar ze was blij hier te zijn. Haar verteld hoe de camino voor mij was en hoeveel geluk ik met alles had, zoals met de meditatie-man en nu dit. Samen met haar door de kristallen kring gelopen en een super sterke heldere energie gevoeld.

Maja deed Reiki voor mijn knie en het begon door heel mijn lijf te stromen. Ze had er nooit les in gehad, maar het bij haarzelf ontdekt. En het werd steeds sterker.

Geslapen in de kamer met de kristallen schilderijen, heel heldere energie, je kon niet goed denken, alleen jezelf eraan overgeven, en ik voelde het in heel mijn lijf. Het Amerikaanse meisje die sterk ADHD had en nooit goed sliep, sliep nog toen ik de volgende dag opstond en wegging.

Dag 31

± Perros

richting Tellada (25 km) | dinsdag 18 juni, 2019

Redelijk vroeg opgestaan. Het regende een beetje. Grote rode poncho over jas en tas heen getrokken. Ik kwam Carol tegen, de Amerikaanse vrouw die ik eerder bij het homostel Michael en Gary had ontmoet. Eigenlijk vond ik haar eerst niet zo aardig, maar nu zag ze er veel zachter en vriendelijker uit. Een stuk samengelopen en een eindje vóór Sarria met haar koffie gedronken en ontbeten. Daarna ben ik vrij snel weer doorgelopen. Had geen last meer van mijn knie!!

In Sarria moest ik een eind terug omdat ik te snel was doorgelopen en er maar één pinautomaat was. Toen maar een tortilla genomen met café con leche en verse juice. Kaarten gekocht voor Kees en geschreven. En een oude bedelaar geld gegeven. Met dat alles was ik een uur extra kwijt. Ik kwam Moia (Iers) en Ilja (Ned) nog tegen, met vrienden, superenthousiast. En ook Carol die daar een hostel ging nemen. Iedereen een knuffel gegeven.

Nu geen regen meer. Bospad richting Barbadelo: Koreanen zingen ‘Holy Grace’.

Bij een geel bloemenveld kwam ik de Koreaanse tegen. Foto gemaakt en een stuk met elkaar opgelopen. Het was haar tweede camino. De eerste had ze in een groep gelopen. Nu alleen. Ze vond het soms wel eenzaam. In Barbadelo gestopt in een albergue omdat zij daar eerder had geslapen. Ik heb een cola genomen en een ijsje, en heb een kaart geschreven naar Kees. Daarna weer snel doorgelopen. Gevoel: ‘Once we were warriors.’

Ik liep door in een gestaag ritme, zonder stokken. Voelde me sterk. Af en toe wat regen. Gestopt bij ‘A Bola’ waar ik ook in april met Kees en Bianca was gestopt. Héél bijzonder. Allemaal herinneringen van toen: was een fijn gevoel. Dezelfde prachtige albergue boven op de berg genomen, een lekker biertje genomen en geslapen. Wauw.

Eten in restaurant ‘Garpazo’, koude tomatensoep. Daar ook de Deense collega’s/vrouwen ontmoet, die net in Sarria waren gestopt. Leuk gesprek over de camino. Slaapzaal met twee mannen, waarvan één megasnurker. Ik ben in een andere kamer gaan liggen, waar ook een voetmassageapparaat stond.

 

Ober, leek op John Cleese, ‘You’re writing a book. It will be famous.’ Out of the blue.

Dag 32

Tellada

richting Palas del Rei (27 km) | woensdag 19 juni, 2019

Het is wennen aan de drukte op de route sinds Sarria. Soms is het gewoon filelopen.

Naar beneden gelopen, richting Portomarin, met veel herinnereingen aan de tocht met Kees en Bianca. Na een ontbijtje in Portomarin liep de weg weer omhoog. Ik kwam een Spaanse vrouw tegen, Camino heette ze. Heel stuk mee opgelopen, omhoog vanuit Portomarin. Ze had net een week geleden haar vader verloren.

Hoogvlakte. Castromaior. Op aanraden van Bo hele oude nederzettingen (±2000 jaar oud) bekeken en daarna was het veel rustiger op de weg. In een café aan de grote weg, in een klein dorpje, kwam ik Michael en Gary weer tegen (Canada/Amerika/Dubai). Ze zaten aan het bier, met chips. En met een vriendin. Wauw. Dat deed me zo goed. Bier besteld en koffie voor die vriendin en friet! Met mayo. Lekker, in de ochtend rond 11 u! Deed me zo goed. Het was ook zo druk op de route met groepen en jongeren en radio’s etc.

Heel stuk met hen opgelopen en met Gary gekletst. Zo’n open, heerlijke, eerlijke vent. Over van alles, liefde, werk, toekomst, mensen – was advokaat, opknappen huizen, meer probono werk.

Omhoog gelopen naar Hospital del Cruz via allerlei kleine dorpjes. Nog samen met hen gelunched: grote salade, ik besteld in het Spaans, en grote pullen bier gedronken. Gezellig.

Mee doorgelopen en net vóór Palas de Rei gestopt. Bleek hetzelfde gebouw waar ik vier jaar geleden met Kees en Bianca heb overnacht.

Albergue Municipal voor gehandicapten, halve kilometer vóór Palas de Rei, zes euro per nacht. Lekker gedouched, open doucheruimtes nu, knie zo zo. Uit eten in restaurant ernaast, heerlijke Vega Paella. Heel lang daar zitten schrijven. Ober, leek op John Cleese, ‘You’re writing a book. It will be famous.’ Out of the blue. Gezellig daar in restaurant.

Dag 33

Palas de Rei

richting Ribadiso da Baixo (27 km) | donderdag 20 juni, 2019

Naar Palas de Rei gelopen, overal pijn. Het duurt een uur voordat spieren warm zijn en goed lopen. Rechterknie pfff en blaren. Ontbijtje in een cafeetje, rustig. Verse juice, café con leche, tostadas.

Gary geappt. Nog niet op weg. Ik was heel vroeg, 6/7 u, aangelopen. Verder gelopen, achter jonge jongens met muziek, foto gemaakt. Industriegebied richting Melide. In tuincafé net voor Melide superfantastisch lekkere lunch met echte groente, spinaziekroketjes en een biertje. ± 12 u Er kwam een jongen van 25/30 bij me zitten die in een sort crypto taal sprak. Hij had 110 km achter elkaar doorgelopen, door de nacht heen, gewoon om uit te proberen. Op het einde was hij zo moe dat bij binnen een seconde in slaap viel als hij op een stoel ging zitten. Met hem nog een biertje gedronken. Ik kwam hem daarna nog tegen in Melide en hij liep erover te denken om nog verder te lopen naar Santiago, 54 km; dan zou hij daar met zonsopgang aankomen.

Kaart geschreven, half aangeschoten, naar Kees en Peter, in het Spaans. Hihi, ik moest zelf heel erg lachen. Ik praat zoveel Spaans en Engels dat ik soms denk in het Spaans en Engels.

Een wegsplitsing: Camino Contemplario en gewone Camino. Ik heb de buitenroute genomen, want het was zo druk op de gewone route dat ik even rust wilde. Toen ik net weer bij de gewone route kwam, zag ik Gary en Michael en hun vriendin zitten bij cafeetje. Biertje met hen gedronken en daarna samen een stuk verdergelopen. Weer lang gekletst met Gary over het leven en de liefde en Michael. Was ook emotioneel voor mijzelf.

Geslapen in Los Mercantes, dezelfde Albergue als vier jaar geleden met Keesje. Bedbugs opgelopen en weer snurkers. En heerlijk salade gegeten in het restaurantje tegenover.

Dag 34

Ribadiso da Baixo

richting Santiago (40 km) |vrijdag 21 juni, 2019

5:30 u opgestaan. Tas in badkamer ingepakt om niemand te storen. Om 6 u in het donker vertrokken. Naar Arzua gelopen. Was niet echt eng. In Arzua ontbeten en geappt met Gary. Zij waren net op. Ontbijt aan de bar met weer verse juice en café con leche en een soort van zoet puddingbrood/gebakje.

Even zoeken naar de weg Arzua uit. Kwam de Koreaanse weer tegen die ik al een aantal keren had ontmoet.

Ik kwam een Argentijns meisje tegen van een jaar of dertig met een muziekinstrument. Zij kwam van de Route ‘Camino del Nord’ en voegde zich hier aan het eind samen. Kwam uit het noorden van Patagonië, niet Vuurland. Leuk mee gekletst, tot zij haar vriendengroep tegenkwam.

Verder. Door Eucalyptusbossen. Wild plassen. Kwam jongen uit Hongarije tegen, waar ik een tijd mee op liep, en meteen heel diepe gesprekken mee kreeg. Ik zag hem later ook nog op het plein in Santiago voor de Cathedral, jankend toen hij binnenkwam in z’n up.

Pedrouzo. Met hem een pizza en een biertje gedeeld, kwam zijn vrienden tegen en muziekgroep. Heel bijzondere diepe gesprekken over de liefde en zijn vrouw/gezin onder het genot van twee biertjes. Daarna weer gaan lopen in m’n up; hij bleef daar in Pedrouzo.

Vanaf Pedrouzo was het nog 21 km naar Santiago. Ik had eigenlijk al besloten door te lopen, want ik had hostel ‘Roots and Boots’ in Santiago geboekt voor die nacht. En ik kon er tot 12 uur ‘snachts inchecken.

Ik heb geprobeerd met Gary en Michael af te spreken, maar die waren een half uur achter me en later nog meer.

Na het vliegveld bij Villamayor, nog ongeveer 12 km te gaan, kwam ik een Amerikaanse jongen tegen van 21 jaar, Jonathan, die voorouders had uit Nederland. Hij vond het heel leuk om mensen te ontmoeten die uit Nederland kwamen. Gekletst, hem op een biertje en verse juice getrakteerd bij koffietentje. Het werd inmiddels al 17 u. Superdiepe wijze gesprekken. Hij had zelf een depressie gehad op zijn zestiende. ‘It is not yours.’ Uit depressie gekomen door meisje die tegen hem zei: ‘In the name of Jesus, let this depression go away.’ Like magic. It was gone.

 

Wel fijn als iemand elke dag tegen je zegt dat je lief bent. Liefde helpt, tegen depressie en angst. Dat was écht de ultieme les van de Camino voor mij. Precies wat ik nodig had. En de les: ‘Just Stay’

Onderweg nog biertjes gedronken bij ‘Monte Gozo’. En al pratend rond acht uur half negen aangekomen op het plein voor de Cathedral in Santiago. Voelde voldaan en goed. Het was fijn om even op het plein te hangen. En op de grond te liggen, op onze rugzak. De Cathedral gaf een heldere energie af die ook op het plein hing, de energie van alle mensen die elkaar weer vonden daar en blij waren er te zijn.

Jonathan liep mee naar mijn hostel ‘Roots & Boots’ en er was nog een bed voor hem. In een klein kroegje vlakbij nog een biertje gedronken en gehoord van het grote feest dit weekend in Spanje met allemaal vuren. Daarna wilde hij nog even de stad in en ben ik meegegaan naar een kroegje bij de Cathedral. Daar mochten we grappa proeven die typisch was voor hier met een vuur-hout smaak. Het was een leuke avond.

Dag 35

Santiago

zaterdag 22 juni, 2019

De belangrijkse les was eigenlijk dat je alleen loopt en dat er mensen bij komen en weer af gaan. Ontbijt met Jonathan, die een kleine kater had. Daarna weer mijn eigen weg gegaan.

David en Bo geappt en gezien op het plein, en José de oudere. Heel fijn. Hij hoopte mij nog te zien. Biertjes gehaald en op het plein gedronken en mensen binnen gehaald. José heeft de laatste massage gegeven aan David. Midden op het plein vóór de Cathedral. Ik zag nog veel bekenden van de camino, heel bijzonder. Heel de dag biertjes en blij gevoel.

‘s Avonds afgesproken met Koreaanse Julien en David, maar ik ben vroeg naar huis gegaan. 22:00 u.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Dag 36

Santiago

zondag 23 juni, 2019

‘s Ochtends afgesproken met David en zijn vriend uit Canada voor de pelgrimsmis. Ook Bo uit Denemarken.

De kerk was vol en ik kreeg het gevoel terug van toen ik klein was en ook naar de kerk ‘moest’. En ik wilde er weer uit. Zo gedaan. Met Bo koffie gaan drinen in een café vlak bij de kerk met een sterk drankje erbij. Ik vroeg hem of hij ook nog een camino-romance had gehad. ‘Nee’, zei hij, ‘wel liefde voor iemand. Ik ‘Moria natuurlijk’. En toen zei hij: ‘Nee, jij!’

Ik moest zo hard lachen omdat ik het niet aan had zien komen en omdat ik het niet verwacht had en simpelweg omdat ik er heel blij van werd. En misschien wel heel lang gewacht had op ‘I feel attracted to you’. Dat is zo fijn om te horen. Later appte hij me dat ik hem gekwetst had door zo hard te gaan lachen. Ik heb het hem gelukkig nog uit kunnen leggen en dat vond hij fijn om te horen.

‘s Middags nog wat mensen gezien en Vicky uit Denemarken . En op tijd naar mijn hostel gegaan om nog te douchen.

‘s Avonds uit eten gegaan met lieve Lasse, uit Duitsland, een jonge knappe vent die op mannen valt, super lief en gevoelig. Mooie gesprekken over de liefde van je leven, symbiose, niet gezond, maar wel heerlijk even.

Eerst in een Spaans tentje en later in de stad waar het druk was met dj’s en voorbereidingen voor la Fiesta de Saint Jean met open vure en daar overheen springen. Zo gaaf was dat. Heerlijk. (video)

Kwamen helemaal toevallig David en zijn Canadese vriend Matty tegen en Caroline uit Californië. Superfijn om hen weer te zien. En David die zei: ’Nu heb ik wel heel veel zin je te zoenen’. En ik dacht ook: ‘Wauw. Heerlijk.’ Later heerlijk gezoend en samen door het vuur gesprongen en lekker biertjes gedronken. Topavond. Tot drie uur. Kwam Maria en anderen nog tegen, zittend op het plein vóór sw Cathedral, ‘s nachts.

Volgende ochtend … vroeg naar het vliegveld.

1-4941D108-94DC-4A50-B6BF-F6C3E58F764C-768x1365

Dag 37

Thuis

Terugreis – maandag 24 juni 2019

Terugreis. Rond acht uur gedouched en ontbeten. Sliep onder de vier Amerikaanse jonge meiden. Hen gezegd dat de oudere José nog naar hen had gevraagd. Vonden ze leuk. Rond negen uur naar het vliegveld van Santiago om terug te vliegen, dit keer met ingecheckte stokken en tas, naar Nederland. Overal in Nederland zaten de treinen vast. Ik moest via Rotterdam en Breda naar Nijmegen, ruim vijf uur over gedaan. Ik was nog wat in de verstilling. Blij Kees te zien. Wat was mijn huis mooi en netjes. En tegelijk wist ik niet wat ik ermee moest.